De geuren en kleuren van urine en ontlasting kunnen veel informatie…
Incontinent door eten van sterk bewerkt voedsel
Urine-incontinentie bij vrouwen van middelbare leeftijd kan ontstaan door verstoorde eetgewoontes en een hogere inname van sterk bewerkt voedsel, zoals fastfood, volgens een recent onderzoek onder 1098 vrouwen ( 47–55 jr.).[1]
Hoger risico op bekkenbodemaandoeningen zoals urine-incontinentie
Behalve overmatig vasten of overeten wordt ook sterk bewerkt voedsel in verband gebracht met een hoger risico op bekkenbodemaandoeningen zoals urine-incontinentie. Urine-incontinentie kan mensen van alle leeftijden treffen, maar komt vooral veel voor bij volwassen vrouwen. Naar schatting heeft 25 tot 45% van de volwassen vrouwen hier last van, maar wordt het uit schaamte niet altijd vermeld. Slechts een derde van de vrouwen zoekt hier hulp voor. De prevalentie van bekkenbodemaandoeningen neemt toe naarmate vrouwen hun menopauzale jaren naderen.
Soorten urine-incontinentie
Stressincontinentie. Ontstaat wanneer bepaalde bewegingen of handelingen (zoals lachen, hoesten, niezen, sporten of zware voorwerpen tillen) druk op de blaas uitoefenen, waardoor er urine uit lekt.
Oorzaken hiervan zijn onder andere:
- zwangerschap en bevalling
- bekkenorgaanverzakking (uitpuilende blaas, urethra, baarmoeder of endeldarm in de vagina) overgewicht (oefent neerwaartse druk uit op de blaas)
- bekkenoperaties, zoals prostaatoperaties en verwijdering van de baarmoeder.
- chronische constipatie (door constante belasting worden de bekkenbodemspieren verzwakt)
- bindweefselaandoeningen die de bekkenbodemspieren verzwakken
- urgency-incontinentie (urinaire urgentie): hier is sprake van wanneer urine-incontinentie samengaat met of direct wordt voorafgegaan door een plotselinge onbedwingbare aandrang om te plassen. De urine kan niet lang genoeg worden opgehouden om het toilet te bereiken. Het wordt geassocieerd met een overactieve blaas (OAB) en komt voornamelijk voor bij mensen ouder dan 40 jaar.
Oorzaken van OAB en aandrangincontinentie zijn onder andere:
- urineweginfecties (UTI’s), waaronder blaasontsteking
- niet-infectieuze blaasontsteking, zoals het pijnlijk blaassyndroom
- zwangerschap en bevalling (uitgerekte en verzwakte bekkenbodemspieren)
- geneesmiddelen die urineren bevorderen, zoals “plaspillen”
- slecht gereguleerde diabetes (kan de bekkenzenuwen beschadigen)
- zenuwbeschadiging veroorzaakt door radiotherapie
- knelling van de ruggenmergzenuw ten gevolge van een hernia
- neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson of Multiple Sclerose
- cafeïne en alcohol (hebben diuretische effecten).
Overloopincontinentie ontstaat wanneer de hoeveelheid geproduceerde urine de capaciteit van de blaas om het vast te houden overschrijdt. Dat is te wijten aan een slechte samentrekking van de detrusorspier en/of een verminderde urinestroom uit de blaas (urineretentie). Het komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, voornamelijk vanwege prostaatproblemen.
Verband met overloopincontinentie houden onder andere:
- blokkade van de blaasuitgang
- blokkade van de urinestroom
- onderactieve blaas
- blaascompressie
- medicijnen die urineretentie veroorzaken.
Functionele incontinentie is wanneer de blaas en urinewegen normaal functioneren, maar men fysieke of mentale beperkingen heeft, waardoor men niet op tijd op het toilet kan zijn. Dit komt vaker voor bij ouderen en mensen met een beperking.
Aandoeningen die verband houden met functionele incontinentie zijn onder andere:
- artrose
- verlamming
- obesitas
- beroerte
- MS
- spierdystrofieën
- visuele problemen
- verstandelijke beperkingen
- dementie.
- alcohol en bepaalde medicatie kunnen belemmerend werken.
Disfunctie van de blaas
Disfunctie van de blaas kan in verband worden gebracht met incontinentie.
Deze disfunctie kan worden veroorzaakt door:
- detrusorspier: de spier in de blaaswand die samentrekt om urine eruit te persen
- blaashals: de doorgang tussen de blaas en de urinebuis
- urinesluitspieren: twee gespierde kleppen die helpen urine op te houden totdat je klaar bent om te plassen
- bekkenparasympathische zenuwen ( zenuwen die de functie van de blaas regelen)
Ook kan zwakte of disfunctie van de bekkenbodemspieren die helpen bij de vrijwillige controle van de urinestroom een rol spelen.
De rol van macro- en micronutriënten
Levensstijlkeuzes zoals de kwaliteit van de voeding en eetgedrag kunnen een significant effect hebben op de mechanismen van bekkenbodemstoornissen. Sommige macro- en micronutriënten, zoals eiwitten, calcium, vitamine D, en omega-3-vetzuren, zijn belangrijk voor een goede skeletspierfunctie. Een verstoord eetpatroon (overmatig vasten, eenzijdig eten) kan leiden tot een tekort aan deze belangrijke voedingsstoffen, waardoor het de skeletspieren, inclusief de bekkenbodemspieren kan verzwakken.
Oestrogenen
De daling van oestrogeen tijdens de menopauze verzwakt de bekkenbodemspieren, waardoor het risico op stressincontinentie toeneemt.
Daarnaast wordt bij vrouwen de controle over de voedselconsumptie grotendeels gereguleerd door estradiol (een vorm van oestrogeen), dat als een remmer werkt door het verzadigingsgevoel te bevorderen. Daardoor kunnen oestrogenen een belangrijke rol spelen bij eetstoornissen. Daarnaast spelen voedingsgenen een rol bij een verzadigingsgevoel.
Aminozuren
Uit experimentele settings zou blijken dat verschillende aminozuren bij vrijwel alle aandoeningen die de mictiecyclus (de terugkerende functie van het legen en opslaan van urine) beïnvloeden potentiële therapeutische opties zouden kunnen zijn.
Zo zou:
- arginine kunnen helpen bij het verbeteren van blaasdisfunctie die voorkomt tijdens de vulfase;
- glycine bij een overactieve blaas;
- GABA bij de behandeling van subtypen en aandoeningen van het bekkenpijnsyndroom;
- glutamine bij het voorkomen van structurele schade aan de blaas;
- melatonine en taurine bij het voorkomen van structurele achteruitgang als gevolg van chemisch geïnduceerde schade, evenals bij neurogene aandoeningen.
Vetzuren en cholesterol
De associatie tussen dieet en het begin van stressincontinentie werd vastgesteld in de longitudinale Leicester MRC Incontinence Study waaraan meer dan 5800 vrouwen van 40 jaar en ouder meededen.
Een hogere totale vetinname werd significant geassocieerd met stressincontinentie. Met name verzadigde vetzuren (SFA) en cholesterol verhoogden het risico op daarmee samenhangende symptomen.
Aangetoond werd ook dat een hogere totale dagelijkse calorie-inname geassocieerd is met urine-incontinentie en een verhoogde ernst hiervan.
Daarnaast bleek de verhouding verzadigde vetzuren (SFA)-inname / inname van meervoudig onverzadigde vetzuren positief geassocieerd met de mate van urine-incontinentie.
Een hogere BMI van een vrouw veroorzaakt lichaamsvetzucht, die kan drukken op bekkenweefsels en daardoor chronische spanning, uitrekking en verzwakking van de structuren van de bekkenbodem kan veroorzaken.
Een ongezond westers dieet, gekenmerkt door een hoge consumptie van verzadigde vetten en te veel eten, veroorzaakt oxidatieve stress, en een overmatige vetconsumptie draagt bij aan de ontwikkeling van lichte systemische ontstekingen.
Oxidatieve stress en systemische ontstekingen worden beide in verband gebracht met zowel stress- als aandrangincontinentie. Voedsel dat veel antioxidanten bevat, zoals fruit, kan ontstekingsprocessen in het lichaam juist tegengaan.
Wat kun je zelf doen?
Behandelopties bij stress-incontinentie:
- Bekkenbodemspieroefeningen. Ten minste drie keer per dag, tien keer maximaal aanspannen gedurende zes tot acht seconden (rustig doorademen) en daarna gedurende enkele seconden volledig ontspannen.
- Regelmatig water drinken. Het gedurende langere tijd geen water drinken kan leiden tot een geïrriteerde blaas waardoor het risico op urineverlies wordt vergroot.
- Dubbel plassen. Dit betekent dat je enkele minuten wacht na het plassen en opnieuw gaat om eventuele resterende urine die per ongeluk zou kunnen lekken, kwijt te raken.
- Stoppen met roken. Roken kan de blaas irriteren, wat OAB-symptomen kan verergeren.
- Een gezond gewicht bereiken en behouden via dieet en beweging. Een BMI van 30 of hoger, is gekoppeld aan een duidelijk verhoogd risico op incontinentie.
- Cafeïne- en alcoholinname verminderen.
- Sterk bewerkt voedsel zoveel mogelijk vermijden.
- Onderliggende medische aandoeningen, zoals diabetes, laten behandelen.
- Urineweginfecties voorkomen (bijv. door regelmatig water te drinken, na de seks te plassen en van voor naar achteren af te vegen).
- Bij de behandeling van urgency-incontinentie: blaastraining: Hiermee leer je hoe je het plassen op kunt houden. Door te oefenen het plassen geleidelijk steeds iets langer op te houden kun je de tijd tussen toiletbezoeken verlengen.
Zie ook:
Urogenitale microbioom bij postmenopauzale vrouwen.
Geur en kleur van urine en ontlasting.
Sterk bewerkt voedsel leidt tot toename welvaartsziekten.
Sterk bewerkt voedsel kan tot kleinere embryo leiden.
Bronnen
1.Mari A Kuutti, Matti Hyvärinen, Hannamari Lankila, Pauliina Aukee, Enni-Maria Hietavala, Eija K Laakkonen; Association of eating behavior with symptoms of pelvic floor disorders in middle-aged women: An observational study; Women’s Health, 2024; 20 DOI: 10.1177/17455057241305075; https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/17455057241305075 .
2.The effect of amino acids on the bladder cycle: a concise review; Özer Ural Çakıcı, Sibel Dinçer; Amino Acids, 2022 Jan;54(1):13-31 DOI: 10.1007/s00726-021-03113-5 ; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34853916/ .
3.Overview of pharmacological mechanisms controlling micturition in the central nervous system; Naoki Yoshimura, Takeya Kitta, Katsumi Kadekawa, Minoru Miyazato, Takahiro Shimizu; Nihon Yakurigaku Zasshi; 2020;155(1):4-9; doi: 10.1254/fpj.19107; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31902846/ .
4. Pelvic floor dysfunction in midlife women; Johnston SL. Climacteric 2019; 22(3): 270–276; DOI: 10.1080/13697137.2019.1568402 ; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30857432/ .
5. Estradiol and the control of food intake; Butera PC. ; Physiol Behav 2010; 99(2): 175–180; DOI: 10.1016/j.physbeh.2009.06.010 ; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/19555704/ .
6. The ovarian hormone estradiol plays a crucial role in the control of food intake in females; Eckel LA. ; Physiol Behav 2011; 104(4): 517–524; DOI: 10.1016/j.physbeh.2011.04.014 ; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21530561/ .
7. Central effects of estradiol in the regulation of food intake, body weight, and adiposity; Brown LM, Clegg DJ. ; J Steroid Biochem Mol Biol 2010; 122(1): 65–73; DOI: 10.1016/j.jsbmb.2009.12.005 ; https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20035866/ .
8. Incontinence; HealthDirect; https://www.healthdirect.gov.au/incontinence .
9. Incontinence; James Myhre & Dennis Sifris, MD; VeryWellhealth, July 22, 2024; https://www.verywellhealth.com/incontinence-8667998 .