Skip to content
Kenniscentrum - sinds 2005 - met ruim 2000 artikelen over gezondheid!BEKIJK ALLE ONDERWERPEN

Positieve effecten van polyfenolen uit de voeding

Polyfenolen zijn een grote groep natuurlijke stoffen die gevonden worden in planten en gekenmerkt worden door de aanwezigheid van meer dan één fenoleenheid per molecule. Polyfenolen worden over het algemeen onderverdeeld in lignanen, cumarinen, stilbenen, flavonoïden, neoflavonoïden, isoflavonoïden, chinonen, hydrolyseerbare en gecondenseerde tanninen.

Polyfenolen zijn de meest overvloedige antioxidanten in ons dieet en beschermen celbestanddelen als dusdanig tegen oxidatieve schade. Oxidatieve schade wordt vaak in verband gebracht met degeneratieve ziekten.

Cacao is een rijke bron van flavanolen. Veel chocoladefabrikanten verwijderen echter de flavanolen omdat ze bitter smaken. Consumenten weten dit niet omdat dergelijke informatie niet op het etiket hoeft te worden vermeld.

Weerstand verhogende effecten van polyfenolen

Zo zijn er polyfenolen gevonden, waarvan gezegd wordt dat ze verbetering geven van het immuunsysteem en mogelijk bescherming bieden voor het hart en de vaten, overgewicht, allergieën, hooikoorts, ontstekingen, ioniserende straling en, het kortetermijngeheugen, het leervermogen en de alertheid, de stofwisseling en de ademhaling.

De wetenschap is echter nog lang niet klaar met onderzoeken van de verschillende stoffen. Men kan functies aantonen in laboratoria en onder specifieke omstandigheden in proefdieren, daarmee is nog niet de werking in de praktijk in het menselijk lichaam aangetoond. In veel gevallen zal een werking veroorzaakt worden door een combinatie van stoffen en factoren.

Vroeger ging men ervan uit dat flavonoïden in het maagdarmkanaal slechts in geringe mate werden opgenomen, omdat de meeste flavonoïden in de voeding glycosiden zijn (dus gebonden aan een suiker). Lang is gedacht dat er in het maagdarmkanaal geen enzymen zijn, die de glycosidebinding kunnen splitsen. Het blijkt echter dat de biologische beschikbaarheid van flavonoïden in de voeding een stuk groter is dan aanvankelijk werd verondersteld.

Verwerken en opnemen van polyfenolen

Zelfs na koken bereiken de meeste flavonoïdenglycosiden de dunne darm intact. Probiotische bacteriën spelen een belangrijke rol in de stofwisseling en absorptie van flavonoïden. Flavonoïden of metabolieten daarvan die het colon bereiken, worden gemetaboliseerd door bacteriële enzymen en vervolgens geabsorbeerd. Iemands vermogen om specifieke flavonoïden te verwerken en te absorberen hangt dus af van zijn of haar microbiële flora.

Traditionele sojaproducten als miso en tempeh zijn al gefermenteerd, waardoor de biologische beschikbaarheid toe neemt. Bovendien zijn recent speciale transportmechanismen ontdekt die flavonoïden vanuit de darm naar het bloed transporteren.

In sommige situaties kunnen flavonoïden de functie van micro-organismen als virussen en bacteriën verstoren. Bijvoorbeeld de procyanidinen in de blauwe bosbes (vaccinium myrtillus) en cranberry (veenbes) remmen de werking van bacteriën die infecties veroorzaken. Ook is van verschillende flavanolen uit groene thee een werking tegen virussen aangetoond, waardoor het drinken van een grote pot kwalitatieve groene thee bij griep, een weerstand verhogend effect kan hebben.

Tekenen van een tekort aan flavonoïden

Bijna alle fruit, groenten, kruiden en specerijen bevatten flavonoïden. Flavonoïden worden ook aangetroffen in ander voedsel, zoals gedroogde bonen (bepalend voor de kleur van rode en zwarte bonen) en granen (waar de kleur als gevolg van flavonoïden meestal geel is). In het algemeen kan gesteld worden dat de meest kleurrijke componenten van het voedsel, zoals de schil van fruit, de hoogste concentraties flavonoïden bevatten.Een uitzondering is de witte pulpachtige massa tussen vrucht en schil bij citrusvruchten, die zeer rijk is aan bioflavonoïden. De schil daarentegen en het citrusfruit zelf bevatten veel lagere concentraties.

Factoren die bijdragen aan een flavonoïdentekort zijn onvoldoende groenten en fruit eten en het routinematig eten van industrieel verwerkte groenten en fruit. Symptomen die kunnen wijzen op onvoldoende inname van flavonoïden zijn: zeer gemakkelijk bloeden (tandvlees, neus), gemakkelijk blauwe plekken krijgen die vervolgens maar langzaam verdwijnen. Daarnaast ook het gemakkelijk opzwellen na blessures en snel oppikken van een verkoudheid of een andere infectie.

Phytoestrogenen

Vele polyfenolen worden ook geclassificeerd als phytoestrogenen omdat ze andere belangrijke eigenschappen delen zoals oestrogeenactiviteit. Phytoestrogenen zijn niet-steroïdale plantmetabolieten die zich verbinden met oestrogeenreceptoren. Hoewel phytoestrogenen slechts een zwakke oestrogeenactiviteit hebben in vergelijking met het natuurlijke geslachtshormoon β-estradiol, kunnen de grote hoeveelheden in het dieet of voedingssupplementen aanzienlijke oestrogeeneigenschappen opwekken.

De belangrijkste phytoestrogenen behoren tot de isoflavonen (voornamelijk in sojaproducten, maar ook in bonen en pindanoten), coumestanen (flavonoïden) (sojaproducten, maar ook in alfalfa, spruitjes en spinazie), lignanen (granen zoals sesam- en lijnzaad) of flavanonen (flavanoïden) die gevonden worden in hop.

De drie belangrijkste isoflavonen zijn genisteïne, daïdzeïne en glyciteïne. Ze komen voor als alglycon of als glycoside, afhankelijk van de sojabereiding. Wetenschappers zijn er nog niet over uit in welke van deze vormen de biologische beschikbaarheid het beste is.

Phytoestrogenen, voornamelijk isoflavonen, worden grondig bestudeerd voor hun positieve eigenschappen bij het verminderen van postmenopausale symptomen, bescherming van de prostaat en afname van botafbraak. Het bewijs voor deze positieve effecten komt uit epidemiologische studies in Aziatische landen zoals Japan en China, die een hoge sojainname hebben.

Hun mogelijke schadelijke effecten van phytoestrogenen in borstkanker wordt echter zwaar ter discussie gesteld. In de westerse landen ligt de inname van phytoestrogenen via het normale dieet sterk onder het niveau om een biologische respons te krijgen. Toch is voorzichtigheid nodig bij bepaalde bevolkingsgroepen door het gebruik van een stijgend aantal voedingssupplementen die phytoestrogenen bevatten (na de controverse over hormoonvervangingstherapie). Phytoestrogenen kunnen ook hormoon ontregelaars zijn.

Commentaar NDN

Flavonoïden zijn belangrijke antioxidante polyfenolen. Denk aan anthocyaninen (verantwoordelijk voor de meeste rode en blauwe kleuren in fruit, groenten en ook bloemen). Maar ook flavanolen zoals epigallocatechinegallaat (EGCG) in groene thee, isoflavonen zoals daidzeïne uit sojamelk en flavonolen zoals quercetin (appels, uien, ginkgo).In biologische groente worden meer, soms veel meer, flavonoïden gevonden dan in conventionele groenten.

Quercetine is waarschijnlijk de meest voorkomende flavonoïde in de natuur en de meest voorkomende flavonoïde in ons eten. Aan quercetine worden veel belangrijke werkingen toegeschreven. Het is een natuurlijke antioxidant en het remt allergische reacties doordat het aanmaak en afgifte van onder andere histamine remt. De stof komt in ruime hoeveelheden voor in groene en witte thee, rode wijn, koolsoorten, appels, bessen, druiven, frambozen, sperziebonen, tomaten en knoflook. Tip: neem ook eens kijkje op onze ‘Natuurlijk winkelen en eten pagina’.

Literatuur en links:

Yang. J., Liu R.H. and Halim L. Antioxidant and antiproliferative activities of common edible nut seeds. Food Science and Technology 2009; 42: 1-8.

Torabian S., Haddad E., Rajaram S., Banta J. and Sabaté J. Acute effect of nut consumption on plasma total polyphenols, antioxidant capacity and lipid peroxidation. Journal of Human Nutrition and Dietetics 2009; 22: 64-71.

Rusznyak SP, Szent-Gyorgyi A. Vitamin P: flavonols as vitamins. Nature. 1936;138:27.

Ross JA, Kasum CM. Dietary flavonoids: bioavailability, metabolic effects, and safety. Annu Rev Nutr. 2002;22:19-34.

Flavonoids: Chemistry, Biochemistry and Applications. Andersen ØM, Markham KR, editor. CRC Publication; 2005.

Grotewold E. The science of flavonoids. Springer; 2005.

Williamson G. Common features in the pathways of absorption and metabolism of flavonoids. In: Davies AJ, Lewis DS, et al., editors. Phytochemicals: Mechanisms of Action Boca Raton: CRC Press; 2004. p. 21-33.

King HGC. Phenolic compounds of commercial wheat germ J Food Sci. 1962;27:446-54.
Feng Y, McDonald CE, Vick BA. C-glycosylflavones from hard red spring wheat bran Cereal Chem. 1988;65:452-6.

Sartelet H, Serghat S, Lobstein A, et al. Flavonoids extracted from fonio millet (Digitaria exilis) reveal potent antithyroid properties. Nutrition. 1996;12(2):100-6.

Manach C, Williamson G, Morand C, et al. Bioavailability and bioefficacy of polyphenols in humans. I. Review of 97 bioavailability studies. Am J Clin Nutr. 2005;81(1 Suppl):230S-42S. GRATIS: http://www.ajcn.org/cgi/content/full/81/1/230S

Clifford MN. Anthocyanins – nature, occurrence and dietary burden J Sci Food Agric. 2000;80(7):1063-72. GRATIS: http://www3.interscience.wiley.com/cgi-bin/fulltext/72502495/HTMLSTART

Es-Safi NE, Cheynier V, Moutounet M. Interactions between cyanidin 3-O-glucoside and furfural derivatives and their impact on food color changes. J Agric Food Chem. 2002;50(20):5586-95.
The devil in the dark chocolate. Lancet. 2007;370(9605):2070.

Arts IC, van De Putte B, Hollman PC. Catechin contents of foods commonly consumed in The Netherlands. 2. Tea, wine, fruit juices, and chocolate milk. J Agric Food Chem. 2000;48(5):1752-7.

Arts IC, van de Putte B, Hollman PC. Catechin contents of foods commonly consumed in The Netherlands. 1. Fruits, vegetables, staple foods, and processed foods. J Agric Food Chem. 2000;48(5):1746-51.
Santos-Buelga C, Scalbert A. Proanthocyanidins and tannin-like compounds: nature, occurrence, dietary intake and effects on nutrition and health. Journal of the Science of Food and Agriculture. 2000;80(7):1094-117.
Tanaka T, Takahashi R, Kouno I, et al. Chemical evidence for the de-astringency (insolubilization of tannins) of persimmon fruit J Chem Soc [Perkin 1]. 1994;:3013-22.
Manach C, Scalbert A, Morand C, et al. Polyphenols: food sources and bioavailability. Am J Clin Nutr. 2004;79(5):727-47. GRATIS: http://www.ajcn.org/cgi/content/full/79/5/727
Setchell KD, Brown NM, Lydeking-Olsen E. The clinical importance of the metabolite equol-a clue to the effectiveness of soy and its isoflavones. J Nutr. 2002;132(12):3577-84. GRATIS: http://jn.nutrition.org/cgi/content/full/132/12/3577
Yuan JP, Wang JH, Liu X. Metabolism of dietary soy isoflavones to equol by human intestinal microflora–implications for health. Mol Nutr Food Res. 2007;51(7):765-81.
Heijnen CG, Haenen GR, van Acker FA, et al. Flavonoids as peroxynitrite scavengers: the role of the hydroxyl groups. Toxicol In Vitro. 2001;15(1):3-6.
Chun OK, Kim DO, Lee CY. Superoxide radical scavenging activity of the major polyphenols in fresh plums. J Agric Food Chem. 2003;51(27):8067-72.
Lotito SB, Frei B. Consumption of flavonoid-rich foods and increased plasma antioxidant capacity in humans: Cause, consequence, or epiphenomenon? Free Radic Biol Med. 2006;41(12):1727-46.
Frei B, Higdon JV. Antioxidant activity of tea polyphenols in vivo: evidence from animal studies. J Nutr. 2003;133(10):3275S-84S. GRATIS: http://jn.nutrition.org/cgi/content/full/133/10/3275S
Mira L, Fernandez MT, Santos M, et al. Interactions of flavonoids with iron and copper ions: a mechanism for their antioxidant activity. Free Radic Res. 2002;36(11):1199-208.
Hou Z, Lambert JD, Chin KV, et al. Effects of tea polyphenols on signal transduction pathways related to cancer chemoprevention. Mutat Res. 2004;555(1-2):3-19.
Williams RJ, Spencer JP, Rice-Evans C. Flavonoids: antioxidants or signalling molecules? Free Radic Biol Med. 2004;36(7):838-49.
Lambert JD, Yang CS. Mechanisms of cancer prevention by tea constituents. J Nutr. 2003;133(10):3262S-7S. GRATIS: http://jn.nutrition.org/cgi/content/full/133/10/3262S
Kawai M, Hirano T, Higa S, et al. Flavonoids and related compounds as anti-allergic substances. Allergol Int. 2007;56(2):113-23. GRATIS: http://ai.jsaweb.jp/fulltext/056020113/056020113_index.html
Bailey DG, Dresser GK. Interactions between grapefruit juice and cardiovascular drugs. Am J Cardiovasc Drugs. 2004;4(5):281-97.
Hertog MG, Hollman PC, Katan MB, et al. Intake of potentially anticarcinogenic flavonoids and their determinants in adults in The Netherlands. Nutr Cancer. 1993;20(1):21-9.
EwaldFjelkner-Modig EC, Johansson K, et al. Effect of processing on major flavonoids in processed onions, green beans, and peas. In: Food Chem. 1999. p. 231-5.
Slimestad R, Fossen T, Vågen IM. Onions: a source of unique dietary flavonoids. J Agric Food Chem. 2007;55(25):10067-80.

Natuurdiëtisten.nl