In Engeland zijn na gebruik van afslankmiddelen, al 40 vrouwen ongepland…
GLP-1 medicatie bij overgewicht en kruiden
Afvallen door middel van Ozempic, Saxenda, Byetta en andere medicijnen met vergelijkbare werkingen. Zijn er alternatieve vervangers? Hoe werkt deze medicatie (GLP-1 medicatie genoemd) nu eigenlijk en wanneer wordt het ingezet? Zijn er misschien ook kruiden die dezelfde processen in het lichaam kunnen activeren en zouden deze misschien een alternatief kunnen bieden voor het gebruik van reguliere medicatie?
In dit artikel lees je meer over de fysiologische mechanismen die worden versterkt door middel van het (peptide)hormoon GLP-1 (glucagon-like peptide-1), welke invloed dit op het lichaam heeft, hoe GLP-1-agonisten deze werking farmacologisch nabootsen en ondersteunen, welke mogelijke natuurlijke alternatieven er beschikbaar zijn.
De productie en werking van GLP-1
GLP-1 is een peptidehormoon, opgebouwd uit een keten van aminozuren (bouwstenen van eiwitten), dat in het lichaam fungeert als boodschapper. Peptidehormonen worden geproduceerd in de alvleesklier (zoals insuline), de hypothalamus (zoals oxytocine), de hypofyse (zoals ACTH of groeihormoon) en de darmen (zoals GLP-1). Ze hebben het vermogen om zo invloed uit te oefenen op de eetlust en verzadiging.
GLP-1 wordt in het lichaam geproduceerd door L-cellen, gespecialiseerde cellen die zich in het darmslijmvlies van de dunne en dikke darm bevinden. Zodra je eet, reageren L-cellen op de aanwezigheid van voedingsstoffen, met name op koolhydraten en vetten. Ze geven vervolgens GLP-1 af aan het bloed, maken dan onder andere GLP-1 aan en geven dit via de bloedbaan af aan andere organen, zoals de alvleesklier en de hersenen.
Het darmmicrobioom speelt hier ook een rol in. Bepaalde bacteriën kunnen namelijk stoffen maken zoals korte-keten vetzuren (bijvoorbeeld butyraat) die de L-cellen ook stimuleren om GLP-1 af te geven. Bittere kruiden en vezelrijke planten ondersteunen deze gunstige bacteriën, en door het darmmicrobioom zo goed mogelijk te verzorgen, versterk je indirect ook de aanmaak van GLP-1, wat de bloedsuikerbalans en verzadiging ten goede komt. Bovendien helpt een gezond microbioom om ontstekingen te verminderen, waardoor insuline beter kan werken (zie volgende paragrafen) en de algehele energiebalans verbetert.
In de alvleesklier stimuleert GLP-1 de afgifte van insuline, een hormoon dat helpt de bloedsuikerspiegel te verlagen door glucose uit het bloed in de cellen op te nemen. Tegelijk remt GLP-1 de afgifte van glucagon, een ander hormoon dat ook in de alvleesklier wordt geproduceerd en zorgt dat de lever opgeslagen glucose (glycogeen) vrijmaakt, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. In de hersenen geeft GLP-1 verzadigingssignalen af die de eetlust verminderen.
Wat bijzonder is aan GLP-1, is dat het ook lokaal en via zenuwbanen werkt. Zo zijn er ook signalen via de nervus vagus (een belangrijke zenuwbaan tussen darmen en hersenen), waardoor de werking deels neurocrien is – dus via zenuwen werkt in plaats van alleen via het bloed.
Kort samengevat vervult GLP-1 verschillende functies:
- Het vertraagt de maaglediging, waardoor je je sneller en langer verzadigd voelt.
- Het stimuleert de afgifte van insuline bij een stijgende bloedsuikerspiegel.
- Het remt de afgifte van glucagon, waardoor de bloedsuikerspiegel minder snel stijgt.
- Het geeft verzadigingssignalen af aan de hersenen, waardoor de eetlust afneemt.
- Beïnvloedt het tempo van de spijsvertering, regulatie van bloedsuiker, verzadigingsgevoel, de samenwerking tussen darmen, hersenen, alvleesklier en lever.
Mogelijke oorzaken GLP-1 tekort
De voornaamste oorzaken voor een GLP-1 tekort in het lichaam zijn:
A) Verminderde productie of afgifte van GLP-1.
Er kan een verminderde productie of afgifte van GLP-1 ontstaan door beschadiging of ontsteking van het darmslijmvlies, de binnenste laag van de darmwand waar de L-cellen zich bevinden. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van chronische ontstekingsziekten zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, maar het kan ook door langdurige stress of een verstoring in de integriteit van het slijmvlies worden veroorzaakt.
Een gezonde mucosale laag (de slijmlaag die het darmslijmvlies bedekt en beschermt tegen schadelijke stoffen, micro-organismen en mechanische schade) is essentieel voor een goede GLP-1-productie.
B) Een verstoorde darmmicrobioom.
De samenstelling en diversiteit van bacteriën in de darmen hebben een directe invloed op de stimulatie van de L-cellen, die verantwoordelijk zijn voor de productie van GLP-1. Een gezond en evenwichtig darmmicrobioom ondersteunt een goede prikkeloverdracht naar deze cellen, onder andere doordat bepaalde bacteriën korte-keten vetzuren produceren zoals butyraat, die de L-cellen stimuleren om GLP-1 af te geven.
Wanneer het darmmicrobioom verstoord raakt, vermindert de productie van deze stimulerende stoffen. Denk aan: gebruik van antibiotica of andere medicatie, een voedingspatroon met weinig vezels en veel bewerkte voedingsmiddelen, of door chronische stress. Daarnaast kan een verstoord microbioom zorgen voor een verhoogde darmpermeabiliteit (doorlaatbaarheid) en ontstekingsreacties, wat de functie van de L-cellen verder ondermijnt.
Door deze (darm)verstoringen ontvangen de L-cellen minder prikkels om GLP-1 te produceren, wat kan leiden tot lagere GLP-1-niveaus en daarmee minder effectieve regulatie van de bloedsuikerspiegel, eetlust en het gevoel van verzadiging. Het behoud van een gezonde en diverse darmmicrobioom is daarom belangrijk om de GLP-1-productie optimaal te ondersteunen.
C) Metabole verstoring.
Metabole verstoringen zoals insulineresistentie (waarbij verhoogde insulinespiegels horen), disbalans in vetstofwisseling en hormonale veranderingen kunnen het incretinesysteem beïnvloeden. Hierdoor kan de GLP-1-respons afnemen, wat de regulatie van de bloedsuiker en het verzadigingsgevoel raakt. Dit hangt vaak samen met factoren zoals een verhoogde bloeddruk en verhoogde triglyceridenwaarden en laaggradige ontstekingen in het lichaam. Het kan ook verband houden met een hoger lichaamsgewicht.
D) Dieet.
Met name vetten en bepaalde koolhydraten stimuleren deze cellen direct tot afgifte van GLP-1. Een voedingspatroon met bewerkte suikers en weinig vezels, kan bijdragen aan een verstoorde darmfunctie en daarmee aan een lagere GLP-1-productie.
E) Genetische aanleg.
Ook kunnen genetische factoren invloed hebben op de productie en werking van GLP-1.
F) Stress.
Wanneer de functie van de nervus vagus verstoord of onderdrukt is, bijvoorbeeld door te weinig slaap, ongeheeld trauma, (chronische) stress, ontstekingen in het lichaam of zenuwschade, kan de effectiviteit van GLP-1-signalen afnemen. Stressreductie en het bevorderen van een gezonde zenuwfunctie kunnen zo indirect bijdragen aan een betere regulatie van GLP-1.
G) Slaappatroon en -kwaliteit.
Slaapkwaliteit en het dag-nachtritme beïnvloeden de aanmaak en afgifte van hormonen doordat ze het bioritme van het lichaam reguleren. Verstoring hiervan kan leiden tot veranderingen in het functioneren van de hersen-hypofyse-bijnier-as, waardoor de hoeveelheid stresshormonen zoals cortisol in het lichaam verhoogt. Dit kan de productie van GLP-1 door de L-cellen in de darm negatief beïnvloeden, wat de hormoonbalans verstoort.
H) Alcoholgebruik.
Overmatig alcoholgebruik veroorzaakt ontsteking en verhoogde doorlaatbaarheid van de darmwand, waardoor de functie van de L-cellen wordt verstoord. Daarnaast verandert alcohol de samenstelling van het darmmicrobioom, wat invloed heeft op de signalen die de L-cellen stimuleren om GLP-1 af te geven en geeft het verminderde GLP-1.
I) Veroudering.
Met het ouder worden nemen de productie en effectiviteit van GLP-1 geleidelijk af. Deze invloed houdt ook dan uiteraard verband met het voedingspatroon, leefstijl en algehele gezondheid.
J) Lichaamsgewicht.
Mensen met een hoog vetpercentage, voornamelijk op de buik, hebben vaak een chronische laaggradige ontsteking in het lichaam. Deze ontsteking ontstaat doordat vetweefsel signalen afgeeft die het immuunsysteem licht activeren. Dit kan de gevoeligheid van GLP-1-receptoren verminderen, waardoor de werking van GLP-1 afneemt. Zie ook C.
K) Genetische oorzaken.
Genetische factoren kunnen invloed hebben op de productie, afgifte en werking van GLP-1. Sommige mensen dragen genetische variaties die de functie van de L-cellen in de darm beïnvloeden, waardoor ze minder GLP-1 aanmaken. Ook kunnen erfelijke verschillen bestaan in de gevoeligheid van GLP-1-receptoren op cellen, waardoor het signaal minder effectief wordt doorgegeven. Deze genetische verschillen verklaren waarom sommige mensen van nature een lagere GLP-1-activiteit hebben, en daardoor een minder goede regulatie van de eetlust en bloedsuikerspiegel.
Genetische aanleg beïnvloedt dus de productie en werking van GLP-1, maar leefstijlfactoren zoals voeding, slaap, beweging en stress spelen een belangrijke rol in hoe deze genen tot expressie komen. Via epigenetica kunnen deze leefstijlfactoren de genen positief of negatief beïnvloeden, waardoor je door een gezonde leefstijl de werking van GLP-1 kunt ondersteunen en versterken.
GLP-1-Medicatie en receptorenagonisten
Medicijnen die GLP-1 nabootsen, ook wel GLP-1-receptoragonisten genoemd, zijn geneesmiddelen die het natuurlijke incretinehormoon (een darmhormoon dat na het eten insuline-afgifte stimuleert) GLP-1 nabootst. Dit beïnvloedt verschillende processen in het lichaam, zoals de insulineafgifte, hongergevoelens en de communicatie tussen vetweefsel en hersenen.
Een receptorantagonist is een stof die zich bindt aan een receptor zonder deze te activeren. Hierdoor blokkeert het de werking van lichaamseigen stoffen of andere actieve stoffen in het lichaam. Het verhindert dus dat een natuurlijke stof, zoals een hormoon of neurotransmitter, zich kan binden en zijn werking kan uitoefenen. Je kunt het zien als een sleutel die wel in het slot past, maar de deur niet opent, en tegelijk andere sleutels blokkeert.
Een receptoragonist daarentegen bindt zich aan een receptor en activeert deze, waardoor het dezelfde werking op gang brengt als de lichaamseigen stof. De GLP-1-receptoragonist stimuleert daarom net als GLP-1 de afgifte van insuline door de alvleesklier wanneer de bloedsuiker stijgt, terwijl het tegelijkertijd de afgifte van glucagon remt. Ook vertraagt het de maaglediging, waardoor de opname van glucose uit de voeding geleidelijker verloopt, en activeert het via de nervus vagus het verzadigingscentrum in de hersenen, wat zorgt voor een verminderd hongergevoel (zie vorige paragrafen).
Dit is een van de redenen waarom GLP-1-receptoragonisten worden ingezet bij mensen met type 2-diabetes, waarbij ze helpen om de bloedsuikerspiegel beter te reguleren. Mensen die geen gevoel van verzadiging hebben of herkennen of een verstoorde eetregulatie ervaren, kunnen in die zin fysiologisch gezien dus ook baat bij hebben GLP-1-receptoragonisten.
Langdurige activatie van GLP-1-receptoren beïnvloedt naast bovengenoemde fysiologische processen ook de gevoeligheid van het lichaam voor insuline, leptine en ghreline.
- Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt uitgescheiden wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt, bijvoorbeeld na een maaltijd. Het helpt glucose vanuit het bloed op te nemen in cellen, waar het wordt gebruikt als energie of wordt opgeslagen. GLP-1 verhoogt de afgifte van insuline wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt, maar alleen als dat nodig is. Daardoor ondersteunt het een meer evenwichtige glucoseregulatie zonder een risico op te lage bloedsuiker. GLP-1-receptoragonisten bootsen dit effect na en stimuleren zo indirect de insulinewerking.
- Leptine is een hormoon dat door vetcellen wordt afgegeven en onder normale omstandigheden een signaal geeft aan de hersenen dat er voldoende energie is opgeslagen. Bij mensen met een hoog vetpercentage werkt het signaal dat leptine aan de hersenen geeft vaak minder goed, wat leptineresistentie wordt genoemd. Langdurige activering van GLP-1-receptoren lijkt de gevoeligheid voor leptine te verbeteren, met name doordat het ontstekingsprocessen in vetweefsel doet afnemen. GLP-1-receptoragonisten dragen op die manier bij aan een betere communicatie tussen vetweefsel en hersenen, waardoor het lichaam efficiënter op leptine kan reageren.
- Ghreline is een hormoon dat vooral vóór de maaltijd vrijkomt en een hongersignaal naar de hersenen stuurt. Door het verminderen van ghreline-activiteit daalt het hongergevoel, wat helpt om eetlust te reguleren. GLP-1 onderdrukt de afgifte van ghreline, waardoor het hongergevoel afneemt. GLP-1-receptoragonisten verminderen ghreline-activiteit, wat dus ook weer bijdraagt aan een beter verzadigingsgevoel en minder drang tot eten.
Keerzijden van het gebruik van GLP-1- receptoragonisten
Veelgebruikte middelen uit de GLP-1-receptoragonistengroep zijn onder andere Ozempic, Saxenda, Byetta, Exenatide, Liraglutide en Semaglutide. En hoewel deze medicijnen voordelen kunnen bieden voor de gezondheid, zijn er ook risico’s en bijwerkingen. Een aantal hiervan zijn:
- Maag-darmklachten zoals misselijkheid, braken, diarree en een opgeblazen gevoel. Deze klachten treden vooral aan het begin van de behandeling op en nemen na verloop van tijd vaak af.
- Vertraging van de opname van andere geneesmiddelen, omdat GLP-1-receptoragonisten de maaglediging vertragen.
- De ontwikkeling van immuunreacties tegen het middel, doordat het xenobiotisch (lichaamsvreemd) is. Dit kan de werking verminderen en/of immuunreacties veroorzaken.
- De mogelijke verstoring van het natuurlijke GLP-1-systeem, vooral bij langdurig gebruik zonder aanpassing van leefstijl. Want hoewel de medicatie het systeem ondersteunt, blijft het noodzakelijk om ook door middel van leefstijl, voeding, beweging, slaap en stressmanagement het natuurlijke GLP-1-systeem te ondersteunen.
- Het risico op ongewenst gewichtsverlies, ook bij mensen met een gezond gewicht of bij wie gewichtsverlies niet wenselijk is. Dit kan gepaard gaan met verlies van spiermassa, wat nadelige gevolgen heeft voor de stofwisseling en de algehele gezondheid.
- Een mogelijke negatieve invloed op de eetbeleving en de relatie met voeding. Sommige mensen ervaren ongewenst vermindering van de eetlust, wat een verstoring kan geven in het natuurlijke hongergevoel en in hun relatie met voeding.
- Stemmingswisselingen, paniekaanvallen, vermoeidheid of concentratieproblemen, mogelijk door de impact van snelle gewichtsverandering of een veranderd voedingspatroon op het zenuwstelsel.
Kruiden die GLP-1 kunnen stimuleren
Er zijn kruiden die de aanmaak van GLP-1 ook kunnen stimuleren. Ze kunnen een natuurlijk alternatief zijn als mensen op een natuurlijke manier willen werken aan bloedsuikerbalans, verzadiging en spijsvertering.
Om te begrijpen hoe kruiden precies bijdragen aan de activatie van GLP-1, volgt hieronder een overzicht met enkele voorbeelden, inclusief hun biochemische werking op GLP-1 en aanverwante processen.
Artisjokblad (Cynara scolymus).
Artisjok is een kruid dat bittere stoffen bevat, zoals cynarine en chlorogeenzuur. Deze bittere stoffen zorgen voor prikkeling van speciale sensoren in je darmen, bitterreceptoren genoemd (medisch: T2R of G-proteïne gekoppelde bitterreceptoren). Deze receptoren zitten op entero-endocriene L-cellen, gespecialiseerde cellen in de darmwand die hormonen aanmaken en afgeven. Wanneer deze receptoren geprikkeld worden, start er een signaaltransductie binnen de cel. Signaaltransductie betekent dat het signaal van buiten de cel wordt doorgegeven en omgezet in een reactie binnenin de cel. Daarbij komen calciumionen vrij, kleine geladen deeltjes die in de cel als secundaire boodschappers werken om processen op gang te brengen.
Deze calciumionen stimuleren de exocytose van het hormoon GLP-1. Exocytose betekent dat het hormoon vanuit kleine blaasje (vesikels) in de cel naar buiten wordt gebracht, zodat het in de bloedbaan kan komen. GLP-1 verhoogt vervolgens de insuline-afgifte door de alvleesklier, vertraagt de maaglediging (waardoor je langer vol blijft), en vergroot het verzadigingsgevoel in je hersenen. Door het eten of gebruik van bittere kruiden zoals artisjokblad kan je lichaam op een natuurlijke manier meer GLP-1 aanmaken, wat helpt om je bloedsuiker stabieler te houden en je energie beter over de dag te verdelen.
Mariadistel (Silybum marianum).
Mariadistel (Silybum marianum) bevat onder andere de flavonolignanen silybine, silydianine en silychristine, samen bekend als silymarine. Deze stoffen hebben een beschermende werking op de lever en beïnvloeden ook processen in de darm. De bittere componenten kunnen, net als bij artisjok, bitterreceptoren op entero-endocriene L-cellen in de darmwand prikkelen, wat de afgifte van GLP-1 stimuleert.
Dit hormoon bevordert zoals eerder beschreven de insuline-afgifte door de alvleesklier, vertraagt de maaglediging en vergroot het verzadigingsgevoel.
Mariadistel draagt daardoor bij aan een stabielere bloedsuikerspiegel en een gelijkmatigere energiebalans.
Paardenbloem (Taraxacum officinale).
Paardenbloem (Taraxacum officinale) bevat ook bittere stoffen, waaronder taraxacine en sesquiterpeenlactonen, die bitterreceptoren in het spijsverteringskanaal activeren. Net als bij artisjok en mariadistel prikkelen deze stoffen entero-endocriene L-cellen in de darmwand en wordt daardoor de GLP-1-afgifte gestimuleerd.
Tegelijk ondersteunt paardenbloem de spijsvertering en de afvoer van afvalstoffen via lever en nieren, wat het metabolisme in algemene zin bevordert en daarmee indirect kan bijdragen aan gewichtsregulatie en de bloedsuikerbalans.
Gentiaan (Gentiana lutea).
Gentiaan bevat ook prachtige bitterstoffen zoals gentiopicrine en amarogentine. Ook deze stoffen activeren de bitterreceptoren in de darm, wat hetzelfde LGP-mechanisme in gang zet als bij de bovengenoemde bittere kruiden. Naar de specifieke werking van gentiaan op dit proces zijn echter nog maar een aantal kleine klinische studies gedaan.
Gentiaan bevordert, nog krachtiger dan artisjok, mariadistel en paardenbloem, de galproductie. Dit ondersteunt de vetvertering en stimuleert de leverfunctie, wat de spijsvertering optimaliseert en indirect een positieve invloed heeft op het metabolisme, de bloedsuikerbalans en het lichaamsgewicht. De andere kruiden hebben deze werking ook, maar minder krachtig dan gentiaan.
Berberine (o.a. uit Berberis spp.).
Berberine werkt anders dan bittere kruiden. Het activeert een enzym genaamd AMP-geactiveerde proteïnekinase (AMPK), dat helpt de energiehuishouding van cellen te reguleren. AMPK zorgt ervoor dat spieren en vetcellen meer glucose opnemen en remt de gluconeogenese, het proces waarbij de lever nieuwe glucose aanmaakt. Dit verhoogt de gevoeligheid voor insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel daalt.
Daarnaast stimuleert berberine de groei van entero-endocriene L-cellen in de darm en verhoogt het de aanmaak van het GLP-1-gen, waardoor de eigen productie van het hormoon GLP-1 toeneemt. GLP-1 bevordert vervolgens de afgifte van insuline, vertraagt de maaglediging en zorgt voor een verzadigd gevoel. Zie voor contra-indicaties en interacties van berberine onderaan het artikel.
Gymnema (Gymnema sylvestre).
De actieve stoffen in gymnema, gymnemazuren genoemd, binden zich aan zoetsmaakreceptoren in de mond en de darm. Daardoor blokkeer je tijdelijk het waarnemen van zoet, wat de trek in suiker vermindert, wat van belang is als mensen overmatig zucht naar zoet hebben.
Ook laat onderzoek zien dat gymnema de aanmaak van insuline kan stimuleren door de activiteit van het insulinegen te beïnvloeden en blijkt het de afgifte van GLP-1 te bevorderen. Dit effect is vooral onderzocht bij dieren, maar het wijst erop dat gymnema het zelfherstellend vermogen van het lichaam kan versterken en zo bijdraagt aan een betere glucoseregulatie. Voor mensen betekent dit dat gymnema een waardevolle aanvulling kan zijn om de bloedsuiker natuurlijk stabiel te houden. Dit kruid wordt dan ook al eeuwenlang gebruikt om de bloedsuikerspiegel te ondersteunen.
Gymnema helpt ook bij het herstel en de vorming van nieuwe β-cellen in de alvleesklier, de cellen die insuline maken, wat op lange termijn helpt de bloedsuiker beter te reguleren.
Fenegriek (Trigonella foenum-graecum).
Fenegriek bevat oplosbare vezels, galactomannanen, die de opname van glucose in de dunne darm vertragen. Hierdoor stijgt je bloedsuiker na een maaltijd minder snel. Daarnaast bevatten fenegriek ook fenolische stoffen en saponinen, die ontstekingen remmen. Ontstekingen kunnen zorgen voor insulineresistentie, een toestand waarbij cellen minder goed reageren op insuline. Door deze ontstekingen te verminderen, verbeteren de signalen van het hormoon GLP-1 en wordt de regulatie van glucose beter ondersteund.
Indicatie en contra-indicaties
Gebruik van kruiden die de aanmaak van GLP-1 kunnen stimuleren vraagt zorgvuldigheid en deskundige begeleiding. Veel actieve stoffen in kruiden worden in het lichaam afgebroken via enzymen uit de cytochroom P450-familie (CYP-enzymen). Deze enzymen spelen een belangrijke rol bij het metabolisme van veel geneesmiddelen, supplementen en kruiden(preparaten). Sommige kruiden kunnen deze CYP-enzymen beïnvloeden, waardoor ze de werking en afbraak van medicijnen kunnen versterken of juist verminderen. Daarom is het belangrijk om niet zomaar kruiden te gaan gebruiken, zeker niet als je ook medicijnen gebruikt. Zie ook de toelichting onderaan dit artikel.
Een deskundig klinisch kruidengeneeskundige (Herborist) en/of Natuurgeneeskundig therapeut kan samen met jou (en eventueel jouw arts of behandelaar) bepalen welk kruid het beste bij jouw situatie past, en welke dosering veilig en effectief is. Zo voorkom je ongewenste wisselwerkingen en haal je het meeste voordeel uit het gebruik van kruiden voor een betere regulatie van de bloedsuiker en het metabolisme.
Belangrijk
Ga met aanhoudende of ernstige klachten altijd naar een arts. De informatie in dit artikel is bedoeld om te informeren en is niet bedoeld als medisch advies. Als je medicijnen gebruikt, chronische klachten hebt, ziek bent, zwanger bent of van plan bent dit te worden of borstvoeding geeft, raadpleeg dan altijd een deskundige en controleer altijd de contra-indicaties van kruiden en supplementen.
Wees je bewust van mogelijke interacties en raadpleeg een goed (klinisch) opgeleide kruidengeneeskundige bij twijfel over veiligheid en gebruik van kruiden.

Jacqueline van Liere, praktijk Makor (voedingskundige, herborist, klinische kruidengeneeskunde, aromatherapie).
Website: Makor care.
Lees ook van Jacqueline van Liere : Kruiden fermenteren.
Boekje (e-bookje): Kruideninfusies. € 19,99.
Meer dan 15 recepten om de gezondheid van je lichaam te versterken. Recepten die specifieke organen en lichaamssystemen zoals de darmen, lever, milt, huid, het immuunsysteem, de urinewegen en meer ondersteunen. De recepten kun je afwisselen om zo jezelf het hele jaar door met kruiden te voeden en verzorgen.
Boekje (e-bookje): Maceraten maken. € 23,99.
Je leert de eigenschappen van een aantal kruiden, basisoliën en boters kennen, zodat je maceraten op maat kunt maken voor balsems, zalven, serums, culinaire kruidenoliën en andere bereidingen. Inclusief drie heerlijke recepten en wildpluktips!
Enkele opmerkingen t.a.v. beïnvloeding van GLP-1
Guarvezels verhogen het verzadigingsgevoel na het eten
Guarvezels verhogen het verzadigingsgevoel mede door vertraging van de maaglediging, verlenging van de colonpassagetijd, verhoging van de verzadigingshormonen GLP-1 (glucagon-like peptide 1), PYY (polypeptide-YY) en cholecystokinine, en directe beïnvloeding van hersengebieden die de eetlust reguleren (zoals de hypothalamus). Het verzadigingseffect van guarvezels is nog groter als het samen met eiwitten wordt ingenomen.
Berberine
Contra-indicaties:
Zwangerschap en het geven van borstvoeding;
Lage bloeddruk.
Interacties:
- Berberine geeft verlaging van de activiteit van de cytochroom P450 enzymen CYP2D6, CYP2C9 en CYP3A4. Dit effect is waarschijnlijk dosisafhankelijk. Dit betekent dat de bloedspiegel (en biologische beschikbaarheid) van medicijnen, die door CYP2D6, CYP2C9 en/of CYP3A4 worden omgezet, (sterk) kan stijgen bij gelijktijdig gebruik van berberine. Aangezien veel medicijnen door CYP3A4 worden afgebroken, is het belangrijk op mogelijke interacties bedacht te zijn. Wees terughoudend met berberinesuppletie of overleg of de dosis van het medicijn aangepast mag worden. Wil je meer weten over interacties laat dan een DNA-medicatiepaspoort maken.
Meer lezen over Farmaco-DNA-Leverpaspoort. - Berberine heeft onder meer bloedglucoseverlagende, lipidenverlagende, plaatjesaggregatie-remmende en bloeddrukverlagende effecten. Mensen die antidiabetica, cholesterolverlagers, antistollingsmedicatie, bloedplaatjesaggregatieremmers of antihypertensiva gebruiken, dienen hiermee rekening te houden.
- Berberine verhoogt mogelijk de bloedspiegel van digoxine en metformine.
- Gebruik berberine liever niet in combinatie met macroliden (zoals erytromycine, claritromycine en azitromycine) vanwege mogelijke versterking van cardiotoxiciteit.
Effect of cinnamon spice on continuously monitored glycemic response in adults with prediabetes: a 4-week randomized controlled crossover trial. Clinical Nutrition 2024. https://ajcn.nutrition.org/article/S0002-9165(24)00008-X/fulltext
Diverse humane studies laten zien dat kaneel de glykemische controle en insulinegevoeligheid verhoogt bij mensen met metabool syndroom/ prediabetes. Kaneel leidde tot significante afname van de nuchtere bloedglucosespiegel, HbA1c-spiegel, tailleomvang, BMI, bloeddruk en bloedlipiden (totaalcholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden) en significante stijging van de HDL-cholesterolspiegel. Ook werkt het positief op de GLP-1.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor kaneel;
Zwangerschap en het geven van borstvoeding.
Interacties:
- Kaneel heeft onder meer bloedglucoseverlagende, lipidenverlagende, plaatjesaggregatieremmende en bloeddrukverlagende effecten. Mensen die antidiabetica, cholesterolverlagers, antistollingsmedicatie, bloedplaatjesaggregatieremmers of antihypertensiva gebruiken, dienen hier rekening mee te houden.
- Cinnamaldehyde en methoxycinnamaldehyde in kaneel kunnen de bloedspiegel beïnvloeden van medicijnen die door CYP2A6 worden afgebroken. Deze mogelijke interactie geldt niet voor wateroplosbaar kaneelextract, dat vrijwel geen cinnamaldehyde en methoxycinnamaldehyde bevat.
- Waterextracten van kaneel, groene thee en gember hebben synergetische activiteit in het tegengaan van postprandiale hyperglykemie.
Redactie www.natuurdietisten.nl
Een aantal veelbelovende onderzoeken
• Cynara scolymus (artichoke) and its efficacy in management of obesity
• Silymarin: A Natural Compound for Obesity Management
• Role of Fenugreek, Cinnamon, Curcuma longa, Berberine and Momordica charantia in Type 2 Diabetes Mellitus Treatment: A Review
• GLP-alternatives
• Potential Role of Phytochemicals as Glucagon-like Peptide 1 Receptor (GLP-1R) Agonists in the Treatment of Diabetes Mellitus
• Berberine-induced glucagon-like peptide-1 and its mechanism for controlling type 2 diabetes mellitus: a comprehensive pathway review
• Isolation of Positive Modulator of Glucagon-like Peptide-1 Signaling from Trigonella foenum-graecum (Fenugreek) Seed
Interessante boeken
• The GLP-1 Lifestyle van Joshua Hackett
• Fast, feast & flourish van Dr. Dean Jones DC & Jonathan Keith
• OZEMPIC: Risks, Benefits, and Natural Alternatives to GLP-1 Weight-Loss Drugs – Dr. Michael Greger.

Jaqueline Liere
Medisch weetje over vetweefsel
Vetweefsel is niet alleen een opslagplaats voor energie, maar is biomedisch gezien ook een actief hormonaal orgaan. En wanneer vetcellen groter worden en zich opstapelen, zoals bij een verhoogd vetpercentage in het lichaam, kunnen ze ontstekingsprocessen in gang zetten. Die ontstekingsprocessen spelen een belangrijke rol bij het ontstaan en in stand houden van hormonale verstoringen. En wanneer vetcellen te groot worden en minder goed doorbloed raken, geven ze stresssignalen af die leiden tot een chronische, laaggradige ontsteking in het vetweefsel. Deze ontsteking verstoort de communicatie tussen vetweefsel en andere organen, waaronder de hersenen en de alvleesklier. Ook hierdoor neemt de gevoeligheid voor hormonen als insuline en leptine af, wat de energiebalans en bloedsuikerregulatie niet ten goede komt. GLP-1-agonisten kunnen deze ontstekingsreacties helpen te verminderen, waardoor het vetweefsel weer beter functioneert. En ook dit draagt bij aan het herstel van de hormonale balans en de regulatie van de bloedsuikerspiegel, het verzadigingsgevoel, enzovoort.

Jacqueline Liere
Goed om te weten:
• Langdurig gebruik van GLP-1-medicatie roept nog wetenschappelijke vragen op. Er is bezorgdheid over mogelijke ontstekingen van de alvleesklier (pancreatitis) en veranderingen in de cellen van de alvleesklier, hoewel onderzoek hierover nog niet definitief is.
• Het is de bedoeling dat GLP-1-medicatie altijd wordt voorgeschreven en begeleid door een arts, die zorgvuldig afweegt of de voordelen opwegen tegen de mogelijke risico’s, en die de patiënt tijdens de behandeling monitort. Ook is het de bedoeling dat deze medicatie wordt ingezet binnen een bredere aanpak van gezondheid en leefstijl, die bij zou moeten dragen aan een betere regulatie en behoud van het natuurlijke hormonaal evenwicht.
Een belangrijk aandachtspunt is dat het lichaam na het stoppen met deze medicatie vaak moeite heeft om het natuurlijke GLP-1-systeem zelfstandig weer op te pakken. Door de kunstmatige stimulatie raakt het eigen systeem minder actief en moet het weer opnieuw wennen aan het zelf regelen van insuline, verzadiging en bloedsuiker. Hoelang dit proces duurt is per persoon verschillend en nog onderwerp van onderzoek. Maar je kunt je voorstellen dat dit tijd vraagt. En in de praktijk zie ik dat hier ook deskundige begeleiding voor nodig is op het gebied van leefstijl, emotioneel welzijn, voeding, beweging, slaap, stressmanagement.

Jacqueline Liere


