Skip to content
Kenniscentrum - sinds 2005 - met ruim 2000 artikelen over gezondheid!BEKIJK ALLE ONDERWERPEN

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementen

Op gezette tijden wordt er gepubliceerd over toepassing van DNA-testen, voordat een medicijn, een voedingssupplement of kruidenmiddelen wordt voorgeschreven. Ron van Schaik, hoogleraar Farmacogenetica, is op dit punt heel actief.

In het Magazine Medisch Specialist van juni van de Federatie van Medische Specialisten is een interview met hem te lezen.

Niet ethisch om niet te testen

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenVan Schaik pleit voor DNA-testen, voordat een medicijn wordt voorgeschreven. Hij geeft aan de hand van enkele voorbeelden het nut aan van vooraf testen. Schaik vindt het niet ethisch, dat voorafgaande aan therapie nog onvoldoende getest wordt. Het medisch-ethisch handelen in relatie tot DNA-testen wordt niet vaak gebruikt.

Medicijnen helpen niet bij iedereen even goed. Het komt vaak voor dat mensen er zieker van worden en soms zelfs door overlijden. Per jaar belanden 27.000 mensen in het ziekenhuis door verkeerd medicijngebruik. Een groot aantal overlijdt door medicatiefouten.

Genotypering voorafgaand aan therapie kan dat voorkomen, maar wordt nog onvoldoende toegepast. Dat dit niet gebeurt, vindt hoogleraar farmacogenetica en laboratoriumspecialist klinische chemie in het Erasmus MC Ron van Schaik niet ethisch.

Sinds 2005 verzamelt hij als lid van de KNMP-werkgroep systematisch farmacogenetische informatie over geneesmiddelen. Inmiddels is voor meer dan honderd veelgebruikte geneesmiddelen op farmacogenetica.nl in overzichtelijke tabellen te vinden wat artsen en apothekers moeten weten over farmacogenetica als ze een geneesmiddel voorschrijven.

Deze groep, internationaal bekend als de Dutch Pharmacogenetics Working Group (DPWG), geldt wereldwijd, naast het Amerikaanse Clinical Pharmacogenetics Implementation Consortium (CPIC), als dé autoriteit op het gebied van farmacogenetica.

Waarom is genotypering bij medicatie belangrijk?

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenRon van Schaik: ‘We schrijven op dit moment medicijnen voor met het idee dat iedereen die op dezelfde manier afbreekt. Maar dat blijkt niet zo te zijn. We weten dat er een samenhang is tussen effect, bloedspiegel en dosering. We snappen ook dat een patiënt met een slechte nierfunctie soms een lagere dosering moet hebben. Anders loop je het risico een te hoge bloedspiegel en dus meer kans op bijwerkingen te krijgen. Maar er is onvoldoende aandacht voor de genetische aanleg om geneesmiddelen af te breken.

Vijf tot zeven procent van alle ziekenhuisopnames is toe te schrijven aan bijwerkingen door medicatie. Door genotypering van enzymen is vooraf in kaart te brengen wie zo’n risico heeft. Daarom vind ik het niet ethisch om medicatie voor te schrijven zonder dat een patiënt een DNA-paspoort heeft. Een eenvoudige wangslijmvliestest geeft meer duidelijkheid’.

Zijn medisch specialisten al enthousiast?

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenJammer genoeg is in de praktijk niet iedereen enthousiast, dat heeft tijd nodig. Neem azathioprine, dat wordt gebruikt in de dermatologie en bij de ziekte van Crohn. Het wordt omgezet door het enzym TPMT. Dit enzym ontbreekt bij 0,3 procent van de bevolking, en bij tien procent is het maar voor vijftig procent actief. Patiënten kunnen daardoor ernstige bijwerkingen krijgen, en zelfs overlijden als gevolg van de therapie.

Krijgen mensen de helft van de dosering, dan is dat voldoende om hen goed te behandelen, zonder een verhoogd risico op ernstige bijwerkingen. Deze benadering met genotypering is zelfs kostenbesparend. Maar helaas is de invoering nog niet overal gemeengoed.

Weten dat het kan is belangrijk: awareness, daar gaat het om

‘Er bestaat inmiddels heel veel bewijs voor diverse gen-geneesmiddelcombinaties; het wordt steeds meer toegepast en de patiënt is hier echt mee geholpen. Het is een extra stukje van de puzzel voor het leveren van medicatie op maat, naast bloedspiegels meten en patiënten bevragen op bijwerkingen.’ Weten dat het kan is belangrijk: awareness, daar gaat het om.’

Van Schaik beperkt zich in dit interview tot de 2e lijn. Dat is jammer, want dat gaat voorbij aan het belang, dat ook de eerste lijn belangrijk is voor het bevorderen van het gebruik van DNA-testen, voorafgaande aan het voorschrijven van medicijnen.

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenOverigens geldt dit ook voor voorschrijvers van voedingssupplementen en kruidenmiddelen.
Ook hier moet nog meer awareness komen dat ook diverse cliënten/patiënten slecht kunnen reageren op voedings- en kruidensupplementen.

Met een specifiek farmacogenetisch Leverpaspoort gericht op complementaire suppletie is het mogelijk om preventief in kaart te brengen op welke medicijnen, kruiden, voedingssupplementen of voedingsstoffen men afwijkend kan reageren. In uw persoonlijke Leverpaspoort ziet u bovendien welke Cyp-enzymen hierbij een rol spelen.

Dit profiel kunt u eenvoudig delen met uw behandelaar. Daarmee kan uw arts, apotheker, Natuurdiëtist of Orthomoleculair therapeut voor u meteen het juiste behandelplan opstellen op basis van de laatste farmacogenetische kennis.

Cannabis

Hoe mensen op voedingstoffen, kruiden, voedingssupplementen en medicijnen reageren, kan per persoon verschillen. Zo worden bijvoorbeeld curcumine, cafeïne, groene thee, kaneel, CBD niet door iedereen even snel verwerkt. Dit komt mede door genetische variaties, die de werking van enzymen beïnvloeden.

Toch krijgen mensen over het algemeen dezelfde dosering van een medicijn of supplementen voorgeschreven. Blijkt een middel niet aan te slaan? Of treden er bijwerkingen op? Meestal wordt dan pas de dosis aangepast. Of een ander middel gekozen.

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenGamedi Leverpaspoort

Met het “Gamedi Leverpaspoort” is het mogelijk om preventief in kaart te brengen op welke medicijnen, kruiden, voedingssupplementen of voedingstoffen jij waarschijnlijk afwijkend reageert. In je persoonlijke Leverpaspoort zie je bovendien welke enzymen hierbij een rol spelen. Na je testuitslag wordt je DNA vernietigt en niet bewaard.

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenDe test is hier te bestellen.

De volgende Cyp-enzymen worden geanalyseerd:
ABCB1 transporteiwit, ALDH2-enzym, BChE-enzym, COMT-enzym, CYP1A1-enzym, CYP1B1-enzym, CYP2A6-enzym, CYP2B6-enzym, CYP2C19-enzym, CYP2C8-enzym, CYP2C9-enzym, CYP2D6-enzym, CYP2E1-enzym, CYP2F1-enzym, CYP3A4-enzym, CYP3A5-enzym, CYP4F2-enzym, DPD-enzym, Factor V Leiden, F2, SERPINC1, PROC, PROS1, G6PD-enzym, GSTM1-enzym, GSTP1-enzym, GSTT1-enzym, HLA-A*3101 / HLA-B*1502, HLA-B*5701, IL28B, MTHFR-enzym, NAT1-enzym, NAT2-enzym, NQO1-enzym, NUDT15 / TPMT en thiopurines, NUDT15-enzym, PON1-enzym, SLCO1B1-transporteiwit, SULT1A1-enzym, SULT1E1-enzym, TPMT-enzym, UGT1A1-enzym, VKORC1 / CYP2C9, VKORC1-enzym.

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenNIFGO Lever DNA paspoort

NIFGO Lever DNA paspoort voor medicatie (Farmaco 4-6 weken of SPOED-Farmacopaspoort van 3 of 10 werkdagen) kun je hier bestellen.

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenGenen inzichtelijk op het NIFGO Lever DNA-paspoort
CACNA1S, CFTR, COMT, CYP1A2, CYP2A6, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1, CYP3A4, CYP3A5, CYP4F2, DPYD, G6PD, GSTP1, HLA-B*1502, IFNL3, MT-RNR1, NAT1, NAT2, OPRM1, RYR1, SLCO1B1, TPMT, UGT1A1, VKORC1, F2, F5, MTHFR 677 en MTHFR 1298.

Inhoud van de afname speeksel-kit
Speekse-lkit voor DNA-afname
Heldere gebruiksaanwijzing
Retourenvelop

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenNIFGO Lever DNA Paspoort (keuze: paspoort met of zonder Nutrigenomics)
€198,00 (zonder Nutrigenomics)
In het kort
Test 30 Genen en 33 Variaties

Procedure duurt ongeveer 4 tot 6 weken
Uitslag via beveiligde email
Fysieke pas inbegrepen
Als zorgkosten aftrekbaar

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenNIFGO Lever DNA met Nutrigenomics rapport (optioneel) €198,00 plus Nutrigenomics 62 euro
Kies als aanvulling bij het DNA-paspoort voor een Nutrigenomics rapport. In dit rapport is ook de bijlage Nutrigenomics toegevoegd (25 genen, die inzicht geven bij behandeling door orthomoleculaire artsen en diëtisten). ABCB1, ACE, ADIPOQ, ADRA2A, ALDH2, BCO1, BDNF-AS;BDNF, DRD2, FTO, GC, GCK, YKT6, IGF1, LDLR, LOC105447645;FUT2, MAO-B, MC4R, MTNR1B, NADSYN1, NBPF3, SULTt1A1, SULT1E1, TCF7L2, TMEM165; CLOCK, TNFa, UCP2

DNA Paspoort Spoed
€259,00 (10 werkdagen)/ 3 werkdagen €259,00 + €40,00
In het kort
Test 16 Genen en 17 Variaties

Procedure duurt ongeveer 3 of 10 werkdagen
Uitslag via beveiligde email
Fysieke pas inbegrepen
Als zorgkosten aftrekbaar

Het niFGo DNA Spoed Paspoort is ideaal voor als u of uw patiënt urgent een DNA analyse nodig heeft voor een Medicatie Match.
In het rapport wordt aan de hand waarvan het paspoort wordt opgesteld, ingegaan op de eventueel gevonden afwijkende activiteit bij het afbreken van medicijnen. In een bijlage bij dit rapport staan de relevante combinaties waarbij een relatie bestaat tussen de variatie in het gen en de medicatie.
Genen/variaties inzichtelijk op het DNA Spoed Paspoort
COMT, CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP3A4, CYP3A5, ABCB1, DRD2, F2, F5, MTHFR677>T, OPRM1, SLCO1B1, SULT4A1, VCORC1.

Welke genen op het DNA-paspoort zijn belangrijk voor medicijngebruikers?

CACNA1S; variaties in het CACNA1S-gen kunnen een verhoogd risico geven op maligne hyperthermie, een ernstige reactie op bepaalde anesthetica, die vaak worden gebruikt tijdens operaties en andere invasieve procedures.
CFTR; mutaties in het CFTR-gen kunnen leiden tot ontregeling van het epitheel vochttransport in de longen, alvleesklier en andere organen. Dit kan cystische fibrose tot gevolg hebben.
COMT is betrokken bij de omzetting van zogenoemde stresshormonen, zoals dopamine en adrenaline. Variaties kunnen leiden tot verminderde activiteit en mogelijk hogere dopamineconcentraties in het bloed.
CYP1A2 speelt een rol bij het afbreken van antidepressiva. Roken en het eten van gebraden/gerookt vlees zijn van invloed op de activiteit van CYP1A2.
CYP2A6 is belangrijk voor de oxidatie van nicotine en cotinine. Variaties van het CYP2A6-gen zijn van invloed op de werking van Tegafur, Letrozol, Efavirenz, Valproïnezuur, Pilocarpine, Artemisinine, Artesunaat, Cafeïne en Tyrosol en een aantal cumarine-achtige alkaloïden.
CYP2B6; als antivirale middelen (Efavirenz en Nevirapine), antidepressiva (Bupropion) en pijnstillers (Ketamine en Ifosfamide) worden voorgeschreven, is het belangrijk om de activiteit van CYP2B6 te kennen.
CYP2C8 is betrokken is bij metabolisme van bepaalde medicijnen gericht tegen kanker en diabetes, en indirect ook bij het metabolisme van Diclofenac.
CYP2C9 is betrokken bij metabolisme van NSAID’s (o.a. Naproxen, Diclofenac en Ibuprofen), bloedsuikersverlagers (Tolbutamide, Glipizide, Glimepiride en Nateglinide), bloeddrukverlagers (Losartan en Irbesartan), antistollingsmiddelen (Acenocoumarol en Fenprocoumon) en het anti-epilecticum Fenytoïne.
CYP2C19; variaties in CYP2C19 zijn van invloed op de werking van antidepressiva (o.a. Imipramine, Citalopram en Escitalopram), maagbeschermingsmiddelen die behoren tot protonpompremmers (o.a. Lansoprazol, Esomeprazol, Omeprazol, Pantoprazol en Rabeprazol) en antistollingsmiddelen (o.a. Clopidogrel).
CYP2D6; bij ruim 25% van de medicijnen is de activiteit van dit gen belangrijk. Vooral bij gebruik van antidepressiva, antipsychotica, opioïden, tamoxifen en anti-aritmica. Daarbij wordt ook het aantal functionele kopieën getest. Bij meer dan 2 kopieën (standaard) is er namelijk sprake van een extra verhoogde activiteit.
CYP2E1; variaties in dit gen bepalen het effect van Paracetamol. Ook bij behandeling van diabetes en obesitas wordt gekeken naar de activiteit van dit gen.
CYP3A4 is betrokken bij het afbreken van veel medicijnen zoals opioïden, cholesterolverlagers, bloeddrukverlagers, immuunsuppressiva, middelen tegen kanker, kalmerende middelen, antibiotica en corticosteroïden. Bovendien is de activiteit van CYP3A4 belangrijk voor het ontgiften van galzuren, deactivatie van testosteron en gedeeltelijke degradatie van vitamine D.
CYP3A5; de activiteit van dit gen toont overlap met CYP3A4. Het niet tot expressie brengen van CYP3A5 in combinatie met een vertraagd CYP3A4-metabolisme, vermindert de werking van veel medicijnen. CYP3A5 is een enzym dat bij de westerse bevolking in het algemeen niet actief is, dus PM.
CYP4F2 regelt onder meer het metabolisme van vetzuren, vitamine E en de activatie van vitamine K. Een verminderde of geen activiteit van CYP4F2 kan in combinatie met de verminderde activiteit van CYP2C9 en VKORC1 leiden tot bijwerkingen bij gebruik van sommige bloeddrukverlagers (o.a. Aspirine).
DYPD; variaties kunnen leiden tot verhoogde intracellulaire giftige concentraties. Bijwerkingen als neutropenie, trombopenie en hand-voetsyndroom kunnen het gevolg zijn van een verminderde of afwezige activiteit van het gen. Vooral belangrijk bij gebruik van Fluorouracil en Capecitabine.
G6PD; een verminderde of geen activiteit is een erfelijke overdraagbare variatie die voornamelijk voorkomt bij mannen en die risico geeft op hemolytische anemie. Een G6PD-tekort komt veel voor onder de bevolking uit mediterrane landen, het Midden-Oosten en Azië.
GSTP1 is belangrijk voor het ontgiftingsproces en het antioxidantensysteem. GSTP1-methylering wordt in veel onderzoeken genoemd als een epigenetische marker voor vroege diagnose van prostaatkanker.
HLA-B*1502; HLA-genen beïnvloeden de werking van het immuunsysteem. Ze ondersteunen het immuunsysteem om lichaamsvreemde componenten (bacteriën en virussen) te herkennen en erop te reageren. Variaties kunnen leiden tot overgevoeligheidsreacties bij gebruik van Carbamazepine toename van bijwerkingen als gevolg.
IFNL3 is belangrijk voor het op gang brengen van ons afweersysteem tegen virussen. Voor mensen met chronische hepatitis C (HCV) is de activiteit van dit gen van belang voor het bepalen van de juiste medicatie.
MTRNR1 regelt de gevoeligheid voor insuline en is belangrijk voor onder meer de vochtbalans, concentraties van natrium, kalium en calcium en de bloedsuikerspiegel.
NAT1 en NAT2 regelen de reactie op de koppeling tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde stoffen. Deze genen zijn belangrijk voor de werking van veel medicijnen omdat een acetylgroep aan een aminegroep binden. We onderscheiden trage acetyleerders (circa 60% van de westerse bevolking en 45% van de Afrikaanse en Aziatische bevolking) en snelle acetyleerders. Trage acetyleerders hebben een verhoogd risico op levertoxiciteit bij gebruik van Isoniazide en Hydralazine.
RYR1 is een enzym dat voornamelijk in skeletspieren wordt aangetroffen en is van invloed op de spierontwikkeling. Variaties in dit gen worden geassocieerd met vatbaarheid voor maligne hyperthermie.
SLCO1B1 is een belangrijk transport-gen en bepaalt in hoge mate het effect van statines. Een verminderde activiteit leidt tot afname van de hoeveelheid statine in de lever en toename van de plasmaconcentratie van de statine. Dit laatste geeft risico op myopathie (ernstige spierpijn) en een verhoogde waarde van kreatine.
TPMT is belangrijk voor het ontgiften van het lichaam en bepaalt de omzetting van Thiopurines (Azathioprine, 6-Mercaptopurine en Thioguanine). TPMT is ook een belangrijk gen voor aandoeningen, waarbij het afweersysteem een rol speelt zoals leukemie, de ziekte van Crohn en reumatoïde artritis.
UGT1A1 verwijdert slechte oestrogenen, hormonen, neurotransmitters, bepaalde medicijnen, schimmeltoxinen en kankerverwekkende toxines. Als deze stoffen niet goed worden geïnactiveerd en verwijderd, kunnen ze cel- en weefselbeschadiging veroorzaken. Een verminderde of geen activiteit van UGT1A1 zorgt dus voor een hogere concentratie van “afvalstoffen” en verhoogt daardoor de kans op bijwerkingen. De activiteit van UGT1A1 is onder andere bepalend voor de diagnose ziekte van Gilbert.
VKORC1 activeert vitamine K; belangrijk voor het regelen van bloedstolling. Een tekort aan vitamine K kan stollingsprocessen belemmeren. Een verminderde activiteit (45% van de westerse bevolking) leidt tot een minder goede bloedstolling en een verhoogde gevoeligheid voor bloedverdunners op basis van cumarine. Omdat antistollingsmedicatie nauwkeurig moet worden gedoseerd, is het belangrijk het genotype van zowel VKORC1 als CYP2C9 te kennen. Bloedverdunners op cumarinebasis zijn Acenocoumarol en Fenprocoumon. Andere veel voorgeschreven bloedverdunners zijn Acetylsalicylzuur en Ascal.
F2 (factor 2) codeert voor het eiwit protrombine, dat circuleert in de bloedstroom. Dit eiwit wordt pas actief bij bloedingen en vormt dan bloedstolsel om de bloeding te stoppen. Onder normale omstandigheden (geen bloedingen) is F2 dus niet actief (PM). Variaties in F2 geven risico op vorming van onnodig bloedstolsels.
F5 (factor 5) bevat instructies voor het aanmaken van coagulatiefactor V en de vorming van trombine en fibrine, die er voor zorgen dat het bloed op de juiste manier stolt. Variaties in het gen geven risico op embolie.
MTHFR regelt het foliumzuurmetabolisme; belangrijk voor veel lichaamsfuncties. Variaties in dit gen kunnen leiden tot een verlaagde activiteit en dus tot verhoogde waarde van homocysteïne. Hoge waarde van homocysteïne kan leiden tot irritaties aan de bloedvaten. In combinatie met F2- of F5-variaties, leidt dit tot een extra verhoogd risico op bloedstolsels.

Meer genetische testen:

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenMijn Medicijngenen
Mijn Cannbisgenen
Mijn Vitamine D genen
Mijn Voedingsgenen
Mijn Fitnessgenen
Mijn Nutrigenen
Mijn Dieetgenen

Farmacogenetica en kruiden- en voedingssupplementenZelftesten

Lees meer hier over zelftesten die u kunt bestellen via Natuur Diëtisten Nederland.

Het betreft de volgende zelftesten: diverse darmmicrobioomtesten (ontlasting), hormoontesten (speeksel), diverse urinetesten  waaronder vitamine B 12 urinetest, candida, oestrogeenmetabolieten, glyfosaat, jodium, organische zuren dysbiose (dunne darm), serotonine, SOA plus, zuur-base, zwaren metalen, tryptofaanstofwisselingsstoornis (depressietest).

Bloedtesten waaronder: Allergo (IgG 1-4 voedselintolerantietesten), lyme, Q10, cholesterol, vitamine D, ijzer, selenium en zink.
Schildkliertesten, zware metalen drinkwatertest, Aanhoudende stress en uitputtingstest (Burnout).
DNA levercyp-enzymentest (Gamedi leverpaspoort).

Natuurdiëtisten.nl