Skip to content
Kenniscentrum - sinds 2005 - met ruim 2000 artikelen over gezondheid!BEKIJK ALLE ONDERWERPEN

Detecteren van IgG voedselreacties

Het eten van bepaald soort voedingsmiddelen kan een disbalans in de immuun-zelfregulatie van het lichaam geven. Er zijn verschillende technieken die een verstoorde immuun responsen kunnen detecteren. Eén ervan wordt meer specifiek besproken, namelijk het detecteren van IgG voedselreacties.

In de volksmond noemt men iets ‘voedselintolerantie’ wanneer men niet tegen ei, tomaat of varkensvlees kan. De term voedselintolerantie wordt dan echter niet juist gebruikt.
Een voedselintolerantie is bijvoorbeeld het ontbreken van een enzym om een voedingsstof om te zetten. Het bekendste voorbeeld hiervan is een lactose intolerantie. Bij een lactose intolerantie mist men het enzym lactase waardoor de lactose, ook wel melksuiker genoemd, niet verteerd kan worden.

Meten van lactose intolerantie

Een lactose intolerantie kan vastgesteld worden in het ziekenhuis of bij speciale laboratoria zoals Pro Health Medical. Dit laboratorium heeft de beschikking over een DNA methode om vast te stellen of men genetisch wel in staat is om lactase te produceren. Bij hele kleine kinderen of pasgeborenen is te overwegen om dit te laten onderzoeken, omdat een lactose tolerantietest (LTT) bij hen moeilijk tot niet uitvoerbaar is.

Immuunresponsen detecteren

Dagelijks worden we blootgesteld aan het contact met talloze stoffen: via huidcontact, inhalatie en langs de orale weg. Dit artikel gaat vooral in op het voedingsaspect. Het blijkt steeds vaker dat voor veel chronische ziekten een verband te vinden is met voeding. Specifiek gaat het daarbij om verstoringen in de immuunrespons. Het eten van een bepaald soort voedingsmiddel geeft dan een disbalans in de immuun-zelfregulatie van het lichaam. Er zijn verschillende technieken die een verstoorde immuun responsen kunnen detecteren.

Eén ervan wordt meer specifiek besproken, namelijk het detecteren van IgG voedselreacties. Het aantonen van hoge concentraties IgG-antilichamen duidt erop dat er regelmatig contact is tussen het voedingsmiddel en de cellen van het immuunsysteem. Antilichamen binden zich aan de voedingsmiddel-antigenen en kentekenen zich op deze wijze als lichaamsvreemd, onder vorming van een zogenaamd ‘immuuncomplex’. Het immuuncomplex wordt dan door aflopende ontstekingsprocessen in het lichaam verwerkt. Deze processen vinden continu plaats en zijn de oorzaak van een veelvoud aan chronische ziekten.

IgG antilichamen

Met bloedonderzoek is het mogelijk de IgG in het lichaam voldoende gericht te bepalen om op basis daarvan goed bijsturend voedingsadvies te kunnen geven. Onderzoek in diverse landen heeft laten zien, dat hierdoor verbetering ontstaat voor veel chronische ziekten. Voeding is elke dag een terugkerend genoegen, maar foute voeding is een dagelijks terugkerende belasting. Veel van de chronische ziekten zijn te verklaren op basis van verstoorde immuunreacties.

Het lichaam reageert op bepaalde voedingsstoffen zodanig, waardoor het functioneren van het lichaam zelf verstoord raakt. Het gaat hier vooral om cellulaire processen, die met de spijsvertering zijn verbonden. Soms worden voedingsstoffen niet herkend. Dat leidt tot een lichaamsreactie waardoor de lichaamssamenhang wordt verbroken. In de darmwand kan dit leiden tot ontsteking, en wordt de darmwand ‘lek’ voor vreemde stoffen (lekkende darm syndroom). Daardoor komen deze vreemde stoffen het lichaam binnen ‘stromen’, met een immuunrespons als gevolg. Dit is een mogelijke ‘oorzaak’ van veel chronische ziekten.

Darmcellen behoren ‘tight’ tegen elkaar aan te liggen

Normaliter liggen de darmcellen tegen elkaar, verbonden d.m.v. zogenaamde ‘tight-junctions’. Hierdoor ontstaat een hecht membraan. Indien deze tight-junctions verslappen door bijvoorbeeld dysbiose, infectie of overgevoeligheid, ontstaat er een vernietiging van de enterocyten en daardoor een permeabeliteitsstijging. Anders gezegd: de douanepost wordt slordiger en laat meer door. Hierdoor ontstaat een veranderde immuunreactie, waardoor de tolerantie verdwijnt en een intolerantie voor bepaalde voedingsmiddelen ontstaat.

In de darmslijmvliezen (mucosa) zal een antigeen zowel de T- als de B-lymfocyten activeren. Door de B-lymfocyten ontstaan zowel secretoir IgA als IgG. Samen met het antigeen vormt dat een ‘Antigeen- IgG-complex’. Dit complex zal circuleren en een adhesie vormen in het weefsel. De ‘verkeerde’ voeding kan leiden tot een darmwandaantasting met een cellulaire immuunrespons. Dit zorgt voor activering, met als gevolg het ontstaan van ontstekingsreacties zoals: Tumor Necrose Factor-α (TNF-α), vrije radicalen, proteasen, leukotrienen, prostaglandines en cytokinen.

Proinflammatoire stoffen

Cytokinen worden ook rechtstreeks geproduceerd door de activering van de T-lymfocyten in de mucosa. Op die manier wordt zowel de TH-1, TH-2 als de TH-3 immuunreactie geactiveerd.
Onder invloed van de immuuncomplexen ontstaat arachidonzuur uit het plasmamembraan door de membraan fosfolipiden. Uit het arachidonzuur ontstaan leukotrienen type 4, prostaglandines type 2 en tromboxaan type 2. Leukotrienen zijn 1000 x sterker dan histamine en veroorzaken mucussecretie, verhoogde vasculaire doorlaatbaarheid en zijn immuun-onderdrukkend.

Prostaglandines zijn 30 x sterker dan histamine. Zowel de leukotrienen als prostaglandines zijn proinflammatoire (ontstekings)stoffen en spelen op deze wijze een grote rol bij divers ziektebeelden. Daarnaast veroorzaakt Prostaglandine-E2 een verhoging van TNF-α waardoor een insuline-resistentie ontstaat. Deze cascades kunnen op verschillende manieren biochemisch geblokkeerd worden door een groot aantal phyto-, gemmotherapeutische-, vitaminen en mineralenpreparaten. Beter is om het ontstaan van proinflammatoire reacties bij de (voedings)bron aan te pakken door het voorkomen van het ontstaan van immuuncomplexen en hyperinsulinisme.

45% van de bevolking in Europa en de VS voedingsmiddelenovergevoelig

De British Allergy Foundation vermoedt dat ongeveer 45% van de bevolking in Europa en de VS een voedingsmiddelenovergevoeligheid heeft. Elk voedingsmiddel is potentieel een antigeen waarbij de reactie zeer individueel is. De impact van de effecten van voedselovergevoeligheid zijn enorm. Door het ontstaan van o.a. TNF-α , diverse interferonen en interleukines, zijn er een groot aantal klinische manifestaties van voedselovergevoeligheid.

Buikkrampen, misselijkheid, obstipatie, diarree, migraine, Morbus Crohn zijn zo maar een paar voorbeelden die door voedselovergevoeligheid veroorzaakt kunnen worden. Via MALT (Mucosa Associated Lymphoid Tissue) en GALT (Gut Associated Lymphoid Tissue) reageren ook de andere slijmvliezen, zodat KNO problemen als otitis, rhinitis, sinusitis, maar ook COPD of conjunctivitis kunnen ontstaan.

Tevens kan de huid reageren met als gevolg urticaria, eczeem, acné of psoriasis. Via de verhoging van TNF-α ontstaat een leptine- en insulineresistentie, die leidt tot adipositas en problemen in de type I en II diabetes. Ook zijn er relaties gelegd in het zenuwstelsel met migraine, hoofdpijn, concentratieproblemen, autisme, ADHD, vermoeidheid, depressies, hyperactiviteit en multiple sclerose.

De IgG test

Om voedselovergevoeligheid te detecteren zijn diverse testmethoden ontwikkeld, waardoor het tegenwoordig mogelijk wordt om de verstorende voedingsfactoren te detecteren en te elimineren. De meeste onderzoeken zijn gericht op het detecteren van antigenen. De erbij behorende causale therapie gaat uit van het vermijden van de verantwoordelijke antigenen waardoor de door voedsel-hypersensibilisering veroorzaakte ziekten kunnen worden vermeden. De diagnose van voedselovergevoeligheid is echter moeilijk via de klassieke methode. Er zijn geen gestandaardiseerde voedingsmiddelen voor diagnostische doeleinden voorhanden zoals bij de RAST (Radio Allergo Sorbent Test) of de priktest.

Kort samen gevat zijn er 4 typen voedselreacties. Type 1 reactie (directe reactie): IgE (testmogelijkheden zijn: RAST, huidplaktest, huidpriktest, via huisarts/specialist) en IgG4, Type 3 reactie (late reactie): IgG (via specialistische laboratoria) en lokale reacties aan de slijmvliezen IgA (hier is nog weinig van bekend). Er zijn nu testen beschikbaar die IgG 1+IgG2+IgG3 samen meten, testen die IgG4 meten en testen die IgG totaal meten (IgG1,2,3 en 4).

Detecteren van IgG voedselreacties

Voedings- en laboratoriumtesten

Laboratoriumtesten urine bloed ontlasting en speekseltesten

Op onze pagina over voedings- en laboratoriumtesten kunt u alle testen bekijken en bestellen.

Op zoek naar voedselintoleranties

Detecteren van IgG voedselreactiesMet de Allergo-Screen®-diagnostiek test wordt het bloed geanalyseerd op antistoffen van de IgG 1-4 klasse, die uw immuunsysteem heeft gevormd tegen voedselbestanddelen.
Bij de hier onderzochte antilichaam-getriggerde reacties verschijnen de symptomen meestal in een vertraagde vorm (tot 72 uur na inname), zodat het aanzienlijk moeilijker is om een tijdelijke relatie met de niet te verdragen voedingsmiddelen te identificeren.
De IgG-totaal (1-4) testmethode helpt bij het vaststellen van vertraagde voedselallergie veroorzaakt door de immuunrespons van Immuunglobuline G (IgG).

Wanneer u klachten of een aandoening heeft die maar niet verdwijnen, kan de oorzaak liggen aan een vertraagde IgG-voedselallergie type III. Vaak blijven deze voedselreacties onopgemerkt omdat de symptomen vaak pas na een paar uur of zelfs 72 uur later na inname van een bepaald voedingsmiddel optreden. Dat maakt het extreem moeilijk om het voedingsmiddel (triggerfood) te identificeren.

Allergo-Screen – Voedselallergie en Intolerantie Basic, Medivere
Detecteren van IgG voedselreacties

 

 

 

 

 

Allergo-Screen – Voedselallergie en Intolerantie Premium, Medivere

Detecteren van IgG voedselreacties

 

 

 

 

 

 

Allergo-Screen – Voedselallergie en Intolerantie Veggie, Medivere
Detecteren van IgG voedselreacties

 

 

 

 

 

 

Voor professionals: aanvraag Imupro-testen:

LHM diagnostiek
Esp 220, 5633 AC Eindhoven
T: +31 (0)40 311 4997
W: www.lhmdiagnostiek.nl

Natuurdiëtisten kunnen u behulpzaam zijn bij uw dieet n.a.v de Allergo-Screen® Medivere- en de Imupro-testuitslag.

Detecteren van IgG voedselreactiesImuPro Vegetarisch, test op 90 IgG voedingsallergenen

Voedselovergevoeligheid vingerpriktest op 90 voedingsmiddelen
Voedselovergevoeligheid op 90 IgG-voedingsmiddelen, zoals de meest voorkomende fruit, groente, zuivel, granen en kippenei. Daarnaast worden ook diverse superfoods onderzocht.

Bestel de test hier.

 

 

Detecteren van IgG voedselreacties

ImuPro Basic, test op 90 IgG voedingsallergenen

Voedselovergevoeligheid vingerpriktest op 90 IgG- voedingsmiddelen; de meest voorkomende fruit, groente, zuivel, granen, vleessoorten en kippenei.

Bestel de test hier.

 

Detecteren van IgG voedselreacties

ImuPro Complete, test op 270 IgG voedingsallergenen

Voedselovergevoeligheid intraveneuze bloedafname test op 270 IgG-voedingsmiddelen.
Bestel de test hier.

Literatuur en links:

Atkinson W., Sheldon T.A., Shaath N., Whorwell P.J. (2004) Food elimination based on IgG antibodies in irritable bowel syndrome: a randomised controlled trial, Gut, 53, pp.1459-1464
Barneau W.E. (1997) Interactions between dietary proteins and the human system: implications for oral Tolerance and food-related diseases, Adv Exp Med Biol, 415, pp.183-193
Beyer K., Castro R., Birnbaum A., Benkov K.,Pittman N., Sampson H.A. (2002) Human milk specific mucosal Lymphocytes of the gastrointestinal tract display a Th2 cytokine profile, J. Allergy Clin Immunol, 109, pp.707-713
Brostoff J., Gamlin L. (2000) Food allergies and food intolerance, Healer Arts Press Bruun J.M., Pedersen S.B., Kristensen K.,Richelsen B. (2002) Effects of pro-inflammatory cytokines and chemokines on leptin production in human adipose tissue in vitro, Mol Cell Endocrinol, 25, pp.91-99
Eysink P.E., Bindels P.J., Stapel S.O., Bottema B.J.,Van Der Zee J.S., Aalberse R.C. (2002) Do levels of immunoglobulin G antibodies to food predict the development of immunoglobulin E antibodies to cat, dog and/or mite?, Clin Exp Allergy, 32,pp.556-562
Heyman M. Symposium on dietary influences on mucosal immunity, (2001) How dietary antigens access the mucosal immune system?, Proc Nutr Soc, 60, pp.419-426
Isolauri E., Rautava S., Kalliomäki M. (2004) Food allergy in irritable bowel syndrome: new facts and old fallacies, Gut, 53, pp.1391-1393
Shanahan F. and Whorwell P.J. (2005) IgG-mediated food intolerance in irritable bowel syndrome:a real phenomenon or an epiphenomenon, Am.J.Gastroenterol, 100, pp.1558-1559
Tsuji N.M., Mizumachi K., Kuriaski J. (2001)Interleukin-10-secreting Peyer’s patch cells are responsible for active suppression in low-dose oral tolerance, Immunology, 4, pp.458-464
Schwelberger HG: ‘Histamine intolerance: a metabolic disease?’; Inflamm Res. 59: 219-21, 2010.
Schwelberger HG: ‘Histamine intolerance: a metabolic disease?’; Inflamm Res. 59: 219-21, 2010.