Kippeneieren zijn geen risicofactor meer, in tegenstelling tot wat jarenlang werd…
Waarom zijn we in de ban van proteïne
Proteïne is dé nieuwe voedselhype! Wat ooit exclusief was voor bodybuilders, verovert nu de supermarktschappen en onze borden. Van fitgirls tot gewone stervelingen die willen afvallen: een zorgvuldig afgewogen eiwitinname is de sleutel tot succes.
Wetenschapsjournalist Job de Vrieze vertelt je alles over de juiste eiwitinname. Hij onderzoekt trends, maakt onderscheid tussen zin en onzin en geeft tips voor jouw situatie.
De proteïnehype is inmiddels zo groot, dat niemand er nog omheen kan. Schappen vol proteïne-yoghurt, -wafels, repen, -chips, -winegums en zelfs -vruchtensap. In die eiwit-overdaad komt wetenschapsjournalist Jop de Vrieze met het boek “Proteïne. Waarom we zo in de ban zijn van eiwitten” en wat die wel en niet doen voor je lichaam en gezondheid”.
Breed, zorgvuldig en diepgravend over aminozuren
De Vrieze schreef onder meer voor de Groene Amsterdammer en Quest, en duikt graag diep in onderwerpen waar wetenschap en gezondheid samenkomen. Voor “Proteïne” stortte hij zich een jaar lang volledig op de eiwitten: de hype, de wetenschap, de marketing en de maatschappelijke opmars.
Dat resulteerde in een volledig overzichtswerk. De literatuurlijst telt bijna 300 wetenschappelijke referenties, wat veel zegt over de gedegen aanpak van de auteur. Toch blijft het boek, en dat is knap, zeer toegankelijk geschreven. De Vrieze verstaat de kunst om complexe biochemie en voedingswetenschap begrijpelijk te maken voor de gemiddelde lezer, zonder concessies te doen aan de inhoud.
Een groot pluspunt is dat hij verder kijkt dan alleen de biochemische aspecten. Hij laat zien hoe de proteïnetrend ook wordt aangejaagd door marketing, influencers en de voedingsindustrie.
Eiwitten: onmisbaar, maar ook vaak overschat
Een van de sterkste punten van het boek is dat De Vrieze alle kanten van het eiwitverhaal belicht. Dat eiwitten essentieel zijn weet je als Natuurdiëtist, maar het boek zoomt ook in op
thema’s die in de diëtetiek ook vaak centraal staan namelijk:
- Zijn extra eiwitten nodig?
- Kan men ook te veel eiwitten binnenkrijgen?
- Hoeveel eiwit heeft een sporter of topsporter nodig? Wat voor soort en hoeveel eiwitten hebben oudere mensen nodig?
De Vrieze geeft op deze vragen helder en genuanceerd antwoord. Hij legt zorgvuldig uit hoe eiwitten functioneren in het lichaam, bespreekt verschillen tussen dierlijke en plantaardige eiwitten en staat uitgebreid stil bij de kwaliteit versus kwantiteit-discussie. De opkomst van eiwitproducten komt ook aan bod: van proteïneshakes en -repen tot ”high-proteïn” -varianten van gewone voedingsmiddelen. Hij fileert de marketing, laat zien hoe bedrijven slim inspelen op de reputatie van eiwitten, en laat de lezer zelf nadenken over de échte waarde (of onzin) van dergelijke eiwitrijke producten.
Proteïne: een halo-effect
Waar je vroeger moest zoeken naar een potje poeder in de sportafdeling, struikel je nu in elk gangpad over producten die hun proteïnegehalte expliciet en trots vermelden. De wetenschapsjournalist spreekt zelfs van een halo-effect. Omdat vetten en suikers een slechte reputatie hebben, lijkt proteïne de onschuldige derde. Het geeft een gezond aura aan producten, zelfs als die producten verder vooral zout, vet of suiker bevatten. Een koekje met extra eiwit blijft een koekje, maar in je hoofd schuift het ongemerkt een treetje omhoog richting gezond.
‘Je kunt een rondje door de supermarkt maken en bij elk schap vind je iets met proteïne’, zegt Jop de Vrieze. Hij is biomedisch opgeleid, wetenschapsjournalist én een fanatieke hardloper.
Wat hardlopers niet moeten vergeten is dat die shake of reep binnen 30 minuten na je training onschuldig lijkt, maar het kan er ook voor zorgen dat andere, minstens zo belangrijke brandstoffen zoals koolhydraten en vetten te weinig aandacht krijgen. ‘Zeker bij duursporters is energie minstens zo belangrijk’, legt De Vrieze uit. ‘Je spieren kunnen lang goed functioneren, maar als je te weinig eet, dan merk je dat mentaal veel sneller. En dáár ga je op stuk.’
Slotwoord boek proteïnen

Het slotwoord van het boek is exemplarisch voor de insteek van De Vrieze. Hij schrijft: ‘De volgende keer dat je in de supermarkt staat en twijfelt tussen gewone yoghurt en de proteïne-verrijkte variant, tussen normale crackers en de eiwitrijke versie, hoop ik dat men zichzelf afvraagt: heb ik dit echt nodig? Of kan ik beter kiezen voor wat lekkerder en goedkoper, voedzamer is, omdat er tijdens het productieproces niet van alles bij is gestopt en uit is geperst?
Want uiteindelijk gaat gezond over de juiste verhouding tussen macronutriënten. Het gaat ook over een gezondere relatie met voedsel, relativering, gezond verstand en aandacht voor het geheel.
“Proteïne” is een helder en genuanceerd boek over de proteïnehype. Hoewel het voor de vakinhoudelijke Natuurdiëtist en ons bredere lezersgroep geen baanbrekende nieuwe inzichten biedt, is het een waardevolle bron om nuance te brengen in de discussies over eiwitten en nog scherper te verwoorden hoe het nu precies zit met de juiste aminozureninname per dag.
Algemeen eiwitadvies
Nu de vetten en de koolhydraten een slechte naam hebben gekregen, storten we ons op de eiwitten. Die hype is grotendeels een gevolg van slimme marketing op basis van de goede reputatie van eiwitten. Maar, waar veel deskundigen kritisch zijn op de proteïne-obsessie van jonge sportievelingen, vinden zij het onderwerp voor ouderen wel echt van belang. En dan met name voor wie wat kwetsbaarder wordt. ‘Hoe kwetsbaarder je bent, hoe belangrijker het wordt om je voeding op orde te hebben, ook wat betreft eiwitten,’ zegt Peter Weijs, lector voeding en beweging aan de HVA en bijzonder hoogleraar voeding en beweging aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Elke dag 0,83 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht. Dus ongeveer 50 gram per dag voor iemand van 60 kilo. Zoveel raadt de Wereldgezondheidsorganisatie en ook de Nederlandse Gezondheidsraad volwassenen aan te consumeren. De gemiddelde Nederlander zit op ongeveer 1,1 gram per kg lichaamsgewicht per dag. Fanatieke (top)sporters eten vanzelf meer en komen al snel aan 1,2 tot 1,6, wat voor hen meestal genoeg is.
Ouderen hoeven van de Gezondheidsraad geen extra eiwitten te nemen, maar ze hebben wel redenen om extra op te letten: naarmate je ouder wordt, neemt vaak je eetlust wat af, waardoor ook je eiwitinname kan dalen. Daar komt bij dat je spiermassa óók afneemt wanneer je ouder wordt.
Misschien dan toch weer terug naar “gewone ouderwetse eiwitbronnen” met smaak en wat de Chinese geneeskunst zegt met QI -energie! Qi (uitgesproken als ’tsjie’) is het fundamentele concept van levenskracht of vitale energie in de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCM).

Proteïne. Waarom we zo in de ban zijn van eiwitten en wat die wel en niet doen voor je lijf en gezondheid.
Jop de Vrieze. Atlas Contact, ISBN 9789045052045, 287 pagina’s, € 22,99
Amino Screen bloedtest (bij het vermoeden van een aminozuurtekort)
Laboratoriumanalyse van 22 aminozuren uit het capillaire bloed.
Aminozuren zijn de bouwstenen waaruit elk eiwit van het menselijk lichaam opgebouwd is. Ze spelen een belangrijke rol in alle biochemische processen die plaatsvinden in het organisme.
De grootste rol wordt gespeeld door ongeveer 23 aminozuren, die zich op hun beurt in “essentiële” en “niet-essentiële” aminozuren in laten delen. Hierbij gaat het om die aminozuren, die met de voeding opgenomen moeten worden en diegene, die het lichaam zelf kan aanmaken.
Zo zijn bijvoorbeeld de essentiële aminozuren leucine, isoleucine, valine, fenylalanine, methionine, threonine, tryptofaan en lysine belangrijke voedingssupplementen voor sporters, wiens behoefte aan aminozuren zich snel kan vermenigvuldigen. Als aan deze behoefte niet wordt voldaan, dan breekt het lichaam spieren af in plaats van deze op te bouwen.
Aminozuren zoals arginine, tryptofaan en fenylalanine spelen een belangrijke rol in de hormoonhuishouding, slaap-waakritme en de synthese van neurotransmitters. Er is echter ook een zeker evenwicht bij de toevoer van aminozuren nodig. Een overdosering van arginine kan bijvoorbeeld leiden tot darmproblemen en verhoogde concentraties van histidine hebben een negatief effect op de geestelijke gezondheid. Daarentegen hebben glutamine en glutaminezuur een gunstig effect op stressbeheersing en versterken de algemene mentale toestand en hersenprestaties.
De Amino-Screen bloedtest omvat de analyse van de volgende aminozuren:
Leucine
Isoleucine
Threonine
Valine
Lysine
Methionine
Fenylalanine
Tryptofaan
Histidine
Glycine
Alanine
Serine
Arginine
Tyrosine
Proline
Glutaminzuur
Glutamine
Asparaginezuur
Asparagine
Taurine
Ornithine
Citrulline