Bij het reguleren van de schildklierhormoonhuishouding zijn er verschillende hormonen betrokken,…
Bestrijdingsmiddelencocktail: effecten onbekend
In toenemende mate wordt de leefomgeving van veel mensen vervuild met duizenden synthetische organische en anorganische verbindingen zoals pesticiden, insecticiden en groeibevorderende middelen. We weten nog weinig van de effecten van de cocktails van bestrijdingsmiddelen op onze gezondheid.
Er zijn in Nederland tussen de 200 en 250 stoffen toegelaten als bestrijdingsmiddel.
Chemische vervuiling door stoffen zoals pesticiden wordt beschouwd als een van de ernstigste bedreigingen voor het leven op aarde. De verontreinigende stof kan op zichzelf giftig zijn of reageren met andere stoffen in het milieu en de eigenschappen van water, lucht en bodem veranderen.
Normen
Door het gebruik van bestrijdingsmiddelen kunnen er resten achterblijven op de gewassen. Omdat deze resten niet schadelijk mogen zijn voor mensen bestaan er voor elk bestrijdingsmiddel de volgende normen:
- De aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). Geeft de hoeveelheid aan van een bestrijdingsmiddel dat je levenslang elke dag binnen mag krijgen zonder dat dit slecht is voor je gezondheid. Een bestrijdingsmiddel mag niet kankerverwekkend zijn.
- De acute referentiedosis (ARfD). Dit is een schatting van de hoeveelheid van een bestrijdingsmiddel die je binnen 24 uur kan innemen zonder dat dit slecht is voor je gezondheid.
- De maximale residu limiet (MRL). De MRL geeft aan hoeveel van een bestrijdingsmiddel mag achterblijven op het product en moet zo laag zijn dat men de ADI en de ARfD niet overschrijdt wanneer men deze producten eet. Zelfs als men er heel veel van eet mag de hoeveelheid van een restant bestrijdingsmiddel niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
- Voor babyvoeding gelden de strengste normen. Bijna altijd geldt dat er helemaal geen resten bestrijdingsmiddel aanwezig mogen zijn in babyvoeding.
Veel bestrijdingsmiddelen trekken verder het product in dan de schil. Groente en fruit schillen of wassen om de resten van bestrijdingsmiddelen te verwijderen helpt dus niet. Biologische groenten en fruit bevatten geen chemische bestrijdingsmiddelen.
Kritiek op normen
Sommige onderzoekers vinden de normen voor bestrijdingsmiddelen op voedsel veel te soepel [ 1,2]. Hun punten van kritiek zijn:
- Het beoordelingssysteem van pesticiden is gebaseerd op de normen van theoretische modellen, niet op veldonderzoek.
- Van weinig bestrijdingsmiddelen is duidelijk of deze onschadelijk zijn.
- Voor alle stoffen wordt ervan uitgegaan dat de dosis de giftigheid bepaalt. Van maar heel weinig stoffen is echter bekend hoe tijdsafhankelijk de werking is.
- Effecten op de bodem worden gemeten op slechts vijf indicatoren, terwijl er meer dan een miljoen soorten bodemorganismen zijn.
- Pesticiden verspreiden zich, onder andere via verdamping, ook via de lucht.
- De normen geven alleen een maximum per middel. Er geldt geen limiet voor het aantal verschillende middelen dat een boer mag gebruiken, of voor de totale hoeveelheid pesticiden die er mag worden opgebracht.
- Ook bij voedsel geldt dat er geen normen zijn voor hoeveel bestrijdingsmiddelen op een product mogen zitten of voor de totale hoeveelheid achtergebleven residuen.
- Onderzoek is duur en ingewikkeld. Producenten hebben daar geen belang bij en die hebben grote invloed op het beleid.
Overschrijdingen
Gemiddeld zitten op groenten en fruit vijf bestrijdingsmiddelen en dit aantal en het aantal overschrijdingen neemt toe [3]. Ook andere producten, zoals granen en rijst, kunnen pesticiden bevatten.
Uit onderzoek blijkt dat overschrijdingen vooral in niet-EU-landen, zoals Turkije, Mexico en Kenia, worden gevonden, De hoogste maximale residu-overschrijdingen (meer dan 15%) werden in 2019 gevonden in druivenbladeren, tuinbonen, koriander, chilipepers, waterkers, passievruchten, selderij, granaatappels, basilicum, uien en thee.
Het aantal gebruikte pesticiden is bij biologische landbouw aanzienlijk lager [4].
Cumulatieve effecten
Mensen kunnen door meerdere soorten groenten of fruit te eten in aanraking komen met verschillende soorten bestrijdingsmiddelen. Eén soort fruit of groente kan al behandeld zijn met meerdere bestrijdingsmiddelen. Als men teveel bestrijdingsmiddelen binnen krijgt, kan men klachten krijgen, zoals misselijkheid of hoofdpijn.
Effecten die ontstaan door het binnenkrijgen van verschillende bestrijdingsmiddelen met vergelijkbare werking heten cumulatieve effecten . Op dit moment worden cumulatieve effecten die ontstaan door het binnenkrijgen van verschillende bestrijdingsmiddelen bij de toelating hiervan niet meegewogen door de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA). Wel vindt er volop onderzoek plaats naar deze effecten. De EFSA werkt aan een juiste risicobeoordeling om ook de cumulatieve effecten mee te nemen.
Voordat een bestrijdingsmiddel wordt toegelaten, wordt ook naar stapelen gekeken. Dit is het opstapelen van bestrijdingsmiddelen in het lichaam, doordat het niet afbreekt.
Cocktails van bestrijdingsmiddelen
Pesticide Action Network (PAN) is een netwerk van meer dan 600 non-governementele organisaties, instituten en individuen uit meer dan 60 landen, die eraan werken om de afhankelijkheid van chemische pesticiden te beëindigen en veilige en duurzame bestrijdingsmiddelen te ondersteunen.
PAN uitte kritiek [5] op het vorig jaar verschenen rapport ‘EFSA’s pilot studies on Cumulative Risk Assessment – A source of concern’. Volgens PAN kan dat rapport niet worden gebruikt als verzekering dat cocktails van bestrijdingsmiddelen geen effect hebben op de menselijke gezondheid, omdat er niet daadwerkelijk experimentele studies zijn gedaan met cocktails van bestrijdingsmiddelen.
Een ander punt van zorg is de betrokkenheid van de industrie bij de ontwikkeling van de instrumenten die werden gebruikt bij het assessment. De EFSA stelt dat ons voedsel veilig is, terwijl we nog weinig weten van de effecten van de cocktails van bestrijdingsmiddelen op onze gezondheid.
Met gecombineerde blootstelling, dat wil zeggen blootstelling aan een stof via meerdere routes (het milieu, voeding etc.) of aan meerdere stoffen tegelijk, wordt in de regelgeving nog niet systematisch rekening gehouden.
Gezondheidseffecten
Blootstelling aan pesticiden wordt in verband gebracht met gewichtstoename en diabetes type 2, doordat de stoffen de functies van het vetweefsel kunnen veranderen. Zie ook ons artikel; overgewicht door chemische vervuiling.
Verder blijkt uit een meta-analyse van 7 studies [6] dat levenslange blootstelling aan pesticiden blijvende toxische effecten op het centrale zenuwstelsel kan hebben en kan bijdragen aan de ontwikkeling van Alzheimer. Bovendien neemt de kans op borstkanker toe bij een mengsel van chemische stoffen [7,8].
Schadelijke stoffen in vetweefsel
PCB’s (polychloorbifenylen, o.a. gebruikt als bestrijdingsmiddel) zijn schadelijke stoffen die via milieuvervuiling terecht kunnen komen in voedingsmiddelen. PCB’s zijn moeilijk afbreekbaar en blijven daardoor heel lang in het milieu aanwezig.
Ongeveer 1/3 van de PCB’s die men binnenkrijgt verlaat het lichaam weer via de ontlasting. De rest wordt in het vetweefsel opgeslagen. Afhankelijk van de chemische samenstelling breekt het lichaam de PCB’s in enkele maanden tot tientallen jaren af. Ook andere vervuilende stoffen kunnen zich opslaan in onze vetten.
Bij de productie van moedermelk worden de vetreserves aangesproken en komen de vervuilende stoffen in borstvoeding terecht. Alle kinderen, ook degenen die geen borstvoeding krijgen, worden blootgesteld aan deze vervuilende stoffen. Ze worden tijdens de zwangerschap doorgegeven aan de foetus via de placenta.
Alleen al in het vruchtwater werd een combinatie van zo’n vijftien verschillende soorten stoffen gevonden. Blootstelling in de baarmoeder speelt een dominantere rol dan blootstelling tijdens de borstvoeding. Lees ook ons artikel; xeno-oestrogenen en hormonale mimicry.
Glyfosaat
Glyfosaat is ‘s werelds meest gebruikte breedspectrum herbicide en wordt hoofdzakelijk gebruikt om onkruid op landbouwgrond te bestrijden.
Glyfosaat werd voor het eerst op de markt gebracht door het landbouwbedrijf Monsanto in de 70’-er jaren onder de naam RoundUp®. In recente studies is het negatieve effect van glyfosaat op de menselijke darmflora (darmmicrobioom) aangehaald.
De blootstelling aan glyfosaat kan leiden tot een verstoring van de darmflora. Een dysbiose van het darmmicrobioom wordt geassocieerd met verschillende ziekten, zoals blijkt uit talrijke studies: metabool syndroom, diabetes mellitus, inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, prikkelbare darmsyndroom, darmkanker, calciumoxalaat-stenen, hart- en vaatziekten, reumatoïde artritis en neurologische stoornissen.
REACH: registratie van chemische stoffen
REACH staat voor: Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen. Deze verordening geldt voor alle landen van de Europese Unie. REACH gaat over de productie van en handel in chemische stoffen, met uitzondering van radioactieve stoffen, afvalstoffen en bestrijdingsmiddelen. Het beschrijft de regels waar bedrijven en overheden zich aan moeten houden en kan verboden of beperkingen opleggen aan de productie, het gebruik of de invoer van bepaalde schadelijke stoffen.
Door de REACH-verordening is er informatie over circa 23.000 stoffen op de Europese markt. Een deel van de problematische stoffen blijft echter buiten beeld en er zijn ook gebreken in de naleving. Bij controles blijkt regelmatig dat producten die in de EU worden geïmporteerd stoffen bevatten die verboden zijn.
Zeer Zorgwekkende Stoffen
Van belang zijn de zgn. Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Dit zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu, bijvoorbeeld omdat ze kankerverwekkend zijn, de voortplanting belemmeren en/of zich in de voedselketen ophopen. Er is geen compleet landelijk beeld van de uitstoot van alle ZZS.
Hoewel ‘zeer zorgwekkende stoffen’ (ZZS) een vertaling is van ‘substances of very high concern’ (SVHC) zijn beide categorieën niet gelijk aan elkaar. De SVHC zijn stoffen die op de markt worden gebracht en in REACH op de nominatie staan om te worden uitgefaseerd.
ZZS zijn stoffen waarvan volgens de Nederlandse wetgeving de uitstoot moeten worden geminimaliseerd. Dit betreft ook stoffen die niet onder REACH vallen en/of die niet op de markt worden gebracht, maar tijdens een industrieel proces (bijvoorbeeld verbranding) ontstaan.
Probleemgebieden
De belangrijkste probleemgebieden met chemische stoffen zijn:
- Uitstoot van stoffen in de omgeving van industriële installaties;
- Chemische stoffen in het oppervlaktewater (o.a. gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten en microplastics) en verontreiniging van bronnen van drinkwater;
- Stoffen in consumentenproducten. De mogelijke blootstelling aan stoffen die de
hormoonhuishouding ontregelen, de zgn. hormoonverstorende stoffen zoals de weekmaker Bisfenol A; - Stoffen in relatie tot de circulaire economie. Materialen die worden gerecycled kunnen nog schadelijke stoffen bevatten;
- Blootstelling aan stoffen op de werkplek. Stoffen die als bijproduct tijdens werkprocessen ontstaan spelen een grote rol, zoals kwartsstof, meelstof, lasrook, dieselrook, asfaltrook en houtstof.
Wat kunt u zelf doen?
Bij tuincentra vragen om gifvrij geteelde tuinplanten, bloembollen, bloemen en zaad. Veel planten die u in de winkel of het tuincentrum koopt, bevatten (resten van) pesticiden.- Kijk goed op het etiket of het bestrijdingsmiddel is toegelaten en het is belangrijk de producten alleen te gebruiken waar ze voor bedoeld zijn. Bij verkeerd gebruik kunnen ook toegestane middelen gevaarlijk zijn.
Soms staan op het etiket termen als ‘plantaardig’, ‘natuurlijk’ of ‘milieuvriendelijk’, maar zelfs 100% natuurlijke middelen zijn giftig, anders was het geen bestrijdingsmiddel. - Zout en schoonmaak- of tafelazijn kunnen schadelijke effecten op het milieu en bodemleven hebben, en zijn om die reden een afrader als bestrijdingsmiddel.
- Koop kleding van milieuvriendelijke materialen zoals biologisch katoen, hennep of linnen.
- Eet biologische producten.
Update september 2024
Verbetering risicoanalyses van toxines
Mensen worden dagelijks blootgesteld aan een combinatie van verschillende chemicaliën uit verschillende bronnen. Dit bemoeilijkt een goede risicoanalyse. Het Monte Carlo Risk Assessment (MCRA)-platform, ontwikkeld door Wageningen University & Research (WUR) voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maakt het mogelijk om cumulatieve risico’s (CRA) van pesticidenblootstelling te beoordelen. Er is een nieuwe standaard ontwikkeld en bestaande methoden, waarmee bijvoorbeeld de risico’s van nieuwe voorgestelde maximale residu¬niveaus (MRL) voor stoffen in bestaande groepen kunnen worden beoordeeld, zijn verbeterd. Deze methode kan in de toekomst ook voor nieuwe stoffen worden toegepast.
Bij de updates van de bestaande methoden zijn ook recentere gegevens over de aanwezigheid van stoffen, voedselconsumptie uit meerdere landen en extra gezondheidseffecten meegenomen. In de toekomst kunnen er hierdoor nieuwe gegevens en inzichten beschikbaar komen, waardoor de regelgeving beter gevolgd kan worden en het evalueren van risico’s efficiënter en betrouwbaarder wordt gemaakt.
Bron
Samenwerking WUR, RIVM en EFSA verbetert risicoanalyses van toxines; Orthofyto, 26 -08-2024; https://www.orthofyto.com/samenwerking-wur-rivm-en-efsa-verbetert-risicoanalyses-van-toxines.

Zelftesten: test uw gezondheid aan huis
Glyfosaat urinetest
Verkoopprijs (incl. BTW): € 71,45
Koop deze test hier
Glyfosaat is ‘s werelds meest gebruikte breedspectrum herbicide en wordt hoofdzakelijk gebruikt om onkruid op landbouwgrond te bestrijden. Door het gebruik van glyfosaat wordt de zogenaamde shikimaat-pathway geremd, wat betekent dat de planten niet langer essentiële aminozuren kunnen vormen. Aangezien deze metabolische route alleen voorkomt in planten, bacteriën en schimmels, wordt een direct toxisch effect op mensen als onwaarschijnlijk beschouwd. Sommige studies rapporteren echter een mogelijke toxiciteit.
Het breedspectrum herbicide glyfosaat werd voor het eerst op de markt gebracht door het landbouwbedrijf Monsanto in de 70’er jaren onder de naam RoundUp®. Het effect is te wijten aan de remming van de belangrijke shikimaat-pathway van de planten, waardoor de planten hun groei staken en afsterven. Naast de ontwikkeling van het breedspectrum herbicide glyfosaat, zijn door Monsanto genetisch gemodificeerde gewassen geproduceerd met een glyfosaat-resistentie. Deze genetisch gemanipuleerde planten hebben de toepassingsintensiteit en duur van glyfosaat verder drastisch verhoogd. Vanwege het overmatige gebruik van glyfosaat-houdende herbiciden heeft zich reeds resistent onkruid ontwikkeld, wat een nog verder toegenomen gebruik van het plantengif tot gevolg heeft. Daarnaast is bekend dat glyfosaat ook een chelator is die spoor- en macro-elementen bindt (bijvoorbeeld koper, zink en ijzer). Dit resulteert in een tekort aan deze essentiële elementen.
In recente studies is het negatieve effect van glyfosaat op de menselijke darmflora (darmmicrobioom) aangehaald. Het is aangetoond dat glyfosaat een sterke antibiotische werking heeft, met name tegen lactobacillen, bifidobacteriën en Enterococcus faecalis. De gevoeligheid voor glyfosaat leidt dus tot een afname van deze beschermende bacteriën in de menselijke darm met als gevolg een verminderde afweer tegen pathogene bacteriën, in het bijzonder tegen Clostridia en Salmonella.
Daar komt bij dat pathogene Salmonella- en Clostridia-stammen resistent zijn tegen glyfosaat. De blootstelling aan glyfosaat kan derhalve leiden tot een verstoring van de darmflora (darmmicrobioom). Aan de andere kant wordt een dysbiose van het darmmicrobioom geassocieerd met verschillende ziekten, zoals blijkt uit talrijke studies: metabool syndroom, diabetes mellitus, inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, prikkelbare darmsyndroom, darmkanker, calciumoxalaat-stenen, hart- en vaatziekten, reumatoïde artritis en neurologische stoornissen.
Het gebruik van glyfosaat en verwante residuen in voedsel, bodem en water moet niet worden onderschat. Opgemerkt moet worden dat niet alleen een glyfosaat-geïnduceerd tekort aan plantenaminozuren kan leiden tot problemen in het menselijke organisme, maar dat er ook een directe, negatieve invloed van glyfosaat op de darmflora aanwezig is.
De uitslagen dienen als basis voor een individuele therapie en moeten met een arts of therapeut worden besproken.
Indicaties:
– Metabool syndroom
– Diabetes mellitus
– Morbus Crohn
– Colitis ulcerosa
– Prikkelbare darmsyndroom
– Darmkanker
– Calciumoxalaat-stenen
– Cardiovasculaire aandoeningen
– Reumatoïde arthritis
– Neurologische stoornissen
Pesticide Action Network (PAN)-Nederland heeft als doel het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen uit te bannen. Onze visie is een wereld waarin mens en natuur niet aan schadelijke chemicaliën wordt blootgesteld, een samenleving met een intacte biodiversiteit en gezond leefmilieu voor iedereen waarbij het voorzorgsprincipe wordt gehanteerd.
Bronnen
1. De normen voor bestrijdingsmiddelen op voedsel zijn veel te soepel, vinden deze onderzoekers; Trouw, 7 februari 2020;
https://www.trouw.nl/nieuws/de-normen-voor-bestrijdingsmiddelen-op-voedsel-zijn-veel-te-soepel-vinden-deze-onderzoekers~be834576/ .
2. Wat doet landbouwgif met onze gezondheid? ‘Veel vragen zijn nog nooit onderzocht’ ; Mac van Dinther, Volkskrant; 13 november 2020;
https://www.volkskrant.nl/wetenschap/wat-doet-landbouwgif-met-onze-gezondheid-veel-vragen-zijn-nog-nooit-onderzocht~b4f0ed31/ .
3. The 2019 European Union report on pesticide residues in food;Luis Carrasco Cabrera and Paula Medina Pastor, European Food Safety Authority (EFSA); https://www.efsa.europa.eu/sites/default/files/2021-04/6491.pdf .
4.Cocktails of pesticide residues in conventional and organic farming systems in Europe – legacy of the past and turning point for the future ; Violette Geissen ◽ Vera Silva ◽ Esperanza Huerta Lwanga ◽ Nicolas Beriot ◽ Klaas Oostindie ; Environmental Pollution ◽
https://www.sciencegate.app/document/10.1016/j.envpol.2021.116827 .
5. EFSA’s pilot studies on Cumulative Risk Assessment – A source of concern; PAN-Europe; https://www.pan-europe.info/press-releases/2020/04/efsa%E2%80%99s-pilot-studies-cumulative-risk-assessment-%E2%80%93-source-concern .
6. Pesticide exposure and risk of Alzheimer’s disease: a systematic review and meta-analysis; Dandan Yan, Yunjian Zhang, Liegang Liu & Hong Yan; Scientific Reports volume 6, Article number: 32222 (2016); https://www.nature.com/articles/srep32222#Abs1 .
7. Associations between persistent organic pollutants and risk of breast cancer metastasis; Meriem Koual German, Cano-Sancho,Anne-Sophie Bats and others ; Environment international Volume 132, November 2019, 105028;
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0160412019314953?via%3Dihub . 8.Prospective association between dietary pesticide exposure profiles and postmenopausal breast-cancer risk in the NutriNet-Santé cohort ; Pauline Rebouillat, Rodolphe Vidal, Jean-Pierre Cravedi, Bruno Taupier-Letage, Laurent Debrauwer, Laurence Gamet-Payrastre, Mathilde Touvier, Mélanie Deschasaux-Tanguy, Paule Latino-Martel, Serge Hercberg; International Journal of Epidemiology, Volume 50, Issue 4, August 2021, Pages 1184–1198, https://academic.oup.com/ije/article-abstract/50/4/1184/6169299?redirectedFrom=fulltext .
9. Een cocktail aan chemische stoffen; Yildiz Celie; Medisch Dossier 4 oktober 2021; https://www.medischdossier.org/archief/een-cocktail-aan-chemische-stoffen/ .
10. PCB’s; Voedingscentrum; https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/pcbs.aspx .
11. Bestrijdingsmiddelen; Voedingscentrum; https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/bestrijdingsmiddelen.aspx .
12. Wat is REACH?; Rijksoverheid; https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gevaarlijke-stoffen/vraag-en-antwoord/wat-is-reach .
13. Bestrijdingsmiddelen en het milieu; Milieu Centraal;
https://www.milieucentraal.nl/huis-en-tuin/ongediertebestrijding/bestrijdingsmiddelen-en-het-milieu/ .
14.Glyphosate and the Gut; Stephanie Seneff, PhD ; Weston A Price Foundation August 20, 2021; https://www.westonaprice.org/health-topics/glyphosate-and-gut-health/ .
15. Het einde van allergieën; Medisch Dossier 4 oktober 2021; https://www.medischdossier.org/archief/voorwoord-het-einde-van-allergieen/ .
Bij tuincentra vragen om gifvrij geteelde tuinplanten, bloembollen, bloemen en zaad. Veel planten die u in de winkel of het tuincentrum koopt, bevatten (resten van) pesticiden.