Bij het reguleren van de schildklierhormoonhuishouding zijn er verschillende hormonen betrokken,…
Risico op botbreuken met veganistische voeding?
Al eerder werd het verband gelegd tussen veganistische voeding en het ontstaan van meer fracturen. Een Britse studie onder 55.000 mensen bevestigt dit opnieuw.
Vegetarisch en veganistisch eten stijgt in populariteit
In de afgelopen 2 jaar is het aantal vegetariërs en veganisten in Nederland met 50 procent gestegen tot 3,9 procent van de bevolking. Uit onderzoek in opdracht van de Vegetariërsbond, blijkt dat ongeveer 1,5 procent van de bevolking elke dag veganistisch eet.
In Nederland eten naar schatting 261.000 mensen volledig plantaardig. Begin 2019 waren dit er naar schatting nog 121.000. Bij mensen onder de 40 jaar is vegetarisch eten vooral populair. Van deze categorie eet bijna 7 procent elke dag vegetarisch. Vegetarisch eten is niet per se iets voor grote steden. In Oost-Nederland wonen verhoudingsgewijs de meeste vegetariërs: 4,9 procent. In Noord-Nederland eet 2,7 procent van de bevolking veganistisch, terwijl er in Zuid-Nederland weinig veganisten te vinden zijn: 0,4 procent.
Vrouwen eten vaker vegetarisch dan mannen. Van de Nederlandse vrouwen eet 5,9 procent vegetarisch, waarvan 2,3 procent veganistisch. Voor mannen is dit 1,8 procent en 0,7 procent. Als eiwitbron wordt er door vegetariërs en veganisten vooral gekozen voor peulvruchten en kant-en-klare vleesvervangers.
De keuze voor veganistisch eten
Eén van de argumenten voor een veganistische eetstijl, zijn gezondheidsredenen. Helaas is dit echter niet een sterk argument: er treden gemakkelijk tekorten op aan voedingsstoffen. Een verhoogd risico op botbreuken kan het gevolg zijn. Dit laat een Britse studie onder 55.000 mensen zien. Hierin zijn vlees- en viseters, vegetariërs en veganisten met elkaar vergeleken.
Veganistisch eten leidt tot meer botbreuken
Al eerder werd het verband gelegd tussen veganistische voeding en het ontstaan van meer fracturen. Deze prospectieve cohortstudie is ook gespecificeerd naar lichaamsdeel. Van de deelnemers werd tussen 1993 en 2001 informatie verzameld over het voedingspatroon. Dit waren 29.380 vleeseters, 8.037 viseters (die geen vlees eten), 15.499 vegetariërs en 1.982 veganisten. De follow-up duurde gemiddeld 17,6 jaar en de gegevens werden gekoppeld aan ziekenhuis- en sterftecijfers.
Aan het einde van de studieperiode hadden zich 3.941 botbreuken voorgedaan, waaronder 945 van de heupen, 889 van polsen, 566 van armen, 520 van enkels en 366 van benen. Breuken van sleutelbeen, rib en wervel samengenomen kwamen 467 keer voor. Voor het verband met de voeding werd gecorrigeerd voor sociaaleconomische en leefstijlfactoren, alsmede voor BMI.
In vergelijking met vleeseters hadden veganisten 43% meer risico op botbreuken in het algemeen. Tevens hadden zij meer kans op drie afzonderlijke fractuursoorten: heup, been en sleutelbeen.
Bij heupfracturen waren vleeseters vooral in het voordeel in vergelijking met veganisten: over een periode van 10 jaar waren er bij vegans op elke duizend personen 14,9 meer gevallen. In vergelijking met vegetariërs en viseters was dat ook zo, maar dat verschil was met 2,9 gevallen veel kleiner.
De verschillen konden deels verklaard worden doordat niet-vleeseters in het algemeen een lager BMI hadden en zowel minder calcium als eiwitten binnenkrijgen. Dit leidt tot verlaagde botopbouw en botdichtheid. Lees hier meer over het voeden van de botten.
Tekorten in de voeding bij veganistisch eten
Veganistisch eten is niet een volwaardige eetstijl. Veel mensen pakken het plantaardig eten niet goed genoeg. Met name moet gelet worden op adequate eiwitinname en de nodige extra supplementen. Het merendeel van de veganisten doet er de gezondheid geen goed mee en loopt kans op ernstige tekorten.
Lagere bloedwaarden bij jonge veganistische kinderen
Jonge, veganistische kinderen hebben lagere bloedwaarden van vitamine A, D, essentiële aminozuren en het vetzuur DHA. Het foliumzuurgehalte in het bloed is in vergelijking met de andere kinderen hoger. Onderzoekers van de Universiteit van Helsinki kwamen tot deze conclusie in een pilotstudie onder 40 kinderen met een leeftijd van gemiddeld 3,5 jaar.
In deze pilotstudie (13) werden de bloedwaarden van 40 kinderen met elkaar vergeleken. In de onderzoeksgroep zaten 24 kinderen met een omnivore voeding, 10 met een lacto-ovo-vegetarische voeding en 6 veganistische kinderen. Er is nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de effecten van een veganistische eetstijl bij deze leeftijdsgroep.
De veganistische kinderen kregen allen supplementen met vitamine D, B12 en jodium. Desondanks hadden zij verlaagde bloedwaarden van belangrijke voedingsstoffen. In vergelijking met de andere kinderen was het gehalte aan LDL- en HDL-cholesterol ook lager.
De onderzoekers vinden dat de resultaten aanleiding geven om de gevolgen van een veganistische voeding voor de gezondheid van jonge kinderen te onderzoeken. Zij maken zich zorgen over de lage status van vitamine A en DHA voor het gezichtsvermogen.
Plantaardige producten niet altijd gezond
De industrie speelt gretig op de veganistische trend in en ontwikkelt in hoog tempo vleesvervangers, snacks, koekjes, toetjes, groentebroodjes, halvarine, drinks, snoep, sauzen en andere plantaardige producten die niets te maken hebben met gezond eten. Laat staan dat ze bijdragen aan een beter milieu; een populaire andere reden om te kiezen voor veganistisch eten.
De ingrediënten voor veel kant-en-klaar producten bestaan uit palmolie, gemodificeerd maiszetmeel en soja waarvoor ontbossing van de Amazone plaatsvindt. Daarnaast worden er veel kunstmatige geur-, smaak- en kleurstoffen aan deze producten toegevoegd. De voedingsindustrie misbruikt de hippe termen ‘vegan’ en ‘plantaardig’ om deze sterk bewerkte, onnatuurlijke voedingsmiddelen aan de man te brengen.
Commentaar Natuur Diëtisten Nederland
Natuurdiëtisten zien een stijging van het aantal mensen dat zich meldt met ernstige buikklachten, nadat zij zijn begonnen aan een veganistische eetstijl. Veel van deze mensen hadden al gezondheids- of buikklachten en dachten de gezondheid goed te doen door de overstap te maken. Een veel gezien probleem bij deze eetstijl is op de eerste plaats een te lage eiwitinname. Voor met name de essentiële aminozuren histidine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, phenylalanine, threonine, tryptophaan en valine vormt dit een probleem: deze kunnen alleen via de voeding opgenomen worden. Alle cellen hebben eiwit nodig en tekorten van deze aminozuren leiden tot een verminderde spieropbouw en -herstel, verminderde hormoonaanmaak, problemen met het zenuwstelsel en een verminderde ontgifting van de lever. De hoeveelheid en combinatie van essentiële aminozuren is lager in plantaardige voeding dan in dierlijke producten.
Een ander veel gezien probleem is de slechte verteerbaarheid van plantaardige producten. Om voldoende eiwitten binnen te krijgen, eten vegetariërs en veganisten voornamelijk veel bonen, peulvruchten, noten, zaden en kant-en-klaar producten of eiwitshakes op basis van erwten- of bonenmeel. Bij veel mensen geven deze voedingsmiddelen of producten buikklachten, doordat zij veel FODMAP’s bevatten. Lees hier meer over FODMAP. Deze zwaar te verteren vezels geven buikklachten zoals opgeblazenheid, winderigheid en buikkrampen.
Bovendien worden in een maaltijd veelal meerdere plantaardige eiwitbronnen gecombineerd, om zo aan voldoende eiwitten te komen. Juist deze stapeling van eiwitten maakt de maaltijd zwaar te verteren. Dit resulteert in onverteerde eiwitresten die zullen gaan rotten in de darm. Hiermee creëert men een dysbiose: een disbalans van de flora. Zo ontstaan er composthopen in de darm, wat een verhoogd risico geeft op een overgroei van schadelijke bacteriën.
Onverteerde eiwitvertering en hun rottingsmetabolieten:
Voorbeelden van eiwitrottingsmetabolieten en klachten die ze kunnen geven zijn:
Arginine wordt omgezet in agmatine en kan geven: vermoeidheid, hartritmeklachten, gedragsveranderingen, stoornissen in de HPA-as.
Cysteïne wordt omgezet in mercaptaan en kan geven: vermoeidheid, afbraak bindweefsel, slijmvliesklachten, slechte adem.
Fenylalanine wordt omgezet in cresol en kan geven: vermoeidheid, gedragsveranderingen.
Histidine wordt omgezet in histamine en kan geven: vermoeidheid, gedragsveranderingen, jeuk, allergie.
Lysine wordt omgezet in cadaverine en kan geven: vermoeidheid, slechte adem, afbraak bindweefsel.
Ornithine wordt omgezet in putrescine en kan geven: vermoeidheid, afbraak bindweefsel, slechte adem.
Tryptofaan wordt omgezet in indolen, escatol en kan geven: vermoeidheid, hoofdpijn, keelpijn, hooikoorts, loopneus, astma, branderige ogen.
Tyrosine wordt omgezet in tyramine (fenol) en dit kan geven: vermoeidheid, hoofdpijn.
Maaike Soetermans,Natuurdietist.
Vitaminen en mineralen test
Bestel deze test hier.
Deze vitamine- en mineralencheck geeft een overzicht van jouw vitamine- en mineralenspiegels.
De test bestaat uit:
Vitamine A; oogziekten, nachtblindheid, verzwakte afweer.
Vitamine B1; (thiamine difosfaat) neurologische en mentale aandoeningen.
Vitamine B2; bloeddoorlopen, brandende ogen, verstoort zicht, brandende voetensyndroom, staar.
Vitamine B6; neurologische klachten, spanningen voor de menstruatie.
Actief Vitamine B12 HoloTC
Foliumzuur; bloedarmoede. neurologische klachten.
Vitamine D (25-OH-D); krampen, botontkalking, osteoporose
Actief Vitamine D 1,25-di-Hydroxy-Vitamine D3; klachten vitamine D te kort, werking Parathormoon.
Vitamine E
Calcium; nodig voor opbouw en het onderhoud van de botten en gebit, botontkalking, werking van de zenuwen en spieren, de bloedstolling en het transport van andere mineralen in het lichaam.
Kalium; vochtbalans, bloeddruk.
Koper
Magnesium intracellulair; ontspanning spieren en zenuwen.
Natrium; vochtbalans, bloeddruk, zenuwprikkelgeleiding.
Niacine (nicotinezuur/-amide)
IJzer; vermoeidheid, rusteloze benen.
Transferine saturatie
Ferritine
Selenium
Zink; stofwisseling, afweer-/immuunsysteem.
Bloedbeeld
Hematocriet
Hemoglobine
Thrombocyten
Leucocyten
Erythrocyten
Referenties
1. Key TJ et al. Health effects of vegetarian and vegan diets. Proc Nutr Soc. 2006;65(1):35-41.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16441942/
2. Craig WJ. Nutrition concerns and health effects of vegetarian diets. Nutr Clin Pract 2010;25(6):613-620.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21139125/
3. Clarys P et al. Comparison of nutritional quality of the vegan, vegetarian, semi-vegetarian, pesco-vegetarian and omnivorous diet. Nutrients. 2014;6(3):1318-32.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24667136/
4. McEvoy CT et al. Vegetarian diets, low-meat diets and health: a review. Public Health Nutr. 2012;15(12):2287-2294.
https://www.cambridge.org/core/journals/public-health-nutrition/article/vegetarian-diets-lowmeat-diets-and-health-a-review/CFE7D0A7ADA80651A3DC03892287BABA
5. Nair P et al. Vegetarianism, dietary fibre and gastro-intestinal disease. Dig Dis. 1994;12(3):177-85.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/7988064/
6. Key TJ et al. Mortality in vegetarians and non-vegetarians: a collaborative analysis of 8300 deaths among 76,000 men and women in five prospective studies. Public Health Nutr. 1998;1(1):33-41.
https://www.cambridge.org/core/journals/public-health-nutrition/article/mortality-in-vegetarians-and-nonvegetarians-a-collaborative-analysis-of-8300-deaths-among-76000-men-and-women-in-five-prospective-studies/9FF29F354456308D49006B5DCBBE5BF0
7. Key TJ et al. Mortality in vegetarians and nonvegetarians: detailed findings from a collaborative analysis of 5 prospective studies. Am J Clin Nutr. 1999;70(3S):516S-524S.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/10479225/
8. Le LT et al. Beyond meatless, the health effects of vegan diets: findings from the Adventist cohorts. Nutrients. 2014;6(6):2131-47.
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24871675/
9. Ho-Pham LT et al. Veganism, bone mineral density, and body composition: a study in Buddhist nuns. Osteoporos Int. 2009;20(12):2087-93.
https://www.researchgate.net/publication/24261317_Veganism_bone_mineral_density_and_body_composition_A_study_in_Buddhist_nuns
10. Appleby P et al. Comparative fracture risk in vegetarians and nonvegetarians in EPIC-Oxford. Eur J Clin Nutr. 2007;61(12):1400-6.
https://www.nature.com/articles/1602659
11. Glick-Bauer M et al. The health advantage of a vegan diet: exploring the gut microbiota connection. Nutrients 2014;6:4822-4838
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4245565/
12. Tong TYN, Appleby PN, Armstrong MEG, et al. Vegetarian and vegan diets and risks of total and site-specific fractures: results from the prospective EPIC-Oxford study. BMC Med. 2020 Nov 23;18(1):353.
https://bmcmedicine.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12916-020-01815-3
13. Hovinen T et al. Vegan diet in young children remodels metabolism and challenges the statuses of essential nutrients. EMBO Molecular Medicine (2021) https://www.embopress.org/doi/full/10.15252/emmm.202013492