Skip to content
Kenniscentrum - sinds 2005 - met ruim 2000 artikelen over gezondheid!BEKIJK ALLE ONDERWERPEN

Selectieve voedselweigering (ARFID)

De vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder, ARFID) is een voedings- of eetstoornis waarbij te weinig (restrictief) en/of te selectief wordt gegeten, wat ingrijpende gevolgen heeft voor de lichamelijke en/of psychosociale gezondheid.

De somatische problematiek is vergelijkbaar met die van Anorexia Nervosa, maar bij ARFID is er geen sprake van een verstoord lichaamsbeeld of angst om aan te komen. ARFID is voor het eerst opgenomen in de DSM-5.

Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (ARFID)

Omdat het een nieuwe categorie betreft, zijn er nog geen Nederlandse onderzoeken gedaan naar incidentie en prevalentie van ARFID. Het is daarom nog onduidelijk hoe groot het percentage patiënten in de algemene populatie is en hoe groot het aandeel van ARFID-patiënten in het totaal aantal eetstoornispatiënten is. Wel zijn er aanwijzingen dat incidentie en prevalentie verschillen onder de diverse leeftijdscategorieën.

ARFID is vaak een hardnekkige stoornis waar kinderen meestal niet vanzelf overheen groeien. Het betreft vaak een chronische conditie.

Selectieve voedselweigering (ARFID)

Symptomen van ARFID

ARFID wordt gekenmerkt door verschillende symptomen:

  • het weigeren van voedsel met een bepaalde kleur, structuur of smaak,
  • gebrek aan eetlust,
  • geen interesse voor eten,
  • moeilijkheden met het verteren van bepaald voedsel,
  • alleen kleine porties eten,
  • schrik om te eten, vaak door een nare ervaring uit het verleden zoals verslikken of braken,
  • beduidend gewichtsverlies,
  • groeiachterstand bij kinderen,
  • tekort aan bepaalde voedingsstoffen, waardoor voedingssupplementen noodzakelijk zijn,
  • soms zelfs sondevoeding nodig,
  • duidelijk verband met het psychosociaal functioneren,

Kinderen met ARFID zijn zeer moeilijke eters. Ze willen geen nieuwe dingen proberen. Het eten gaat heel erg langzaam omdat ze de hele tijd met andere dingen bezig zijn.

Jongeren die lijden aan ARFID zijn niet bekommerd om hun lichaamsgewicht, in tegenstelling tot anorexia. Ze hebben geen angst om te dik te worden. Ze hebben ook geen laag zelfbeeld. Het resultaat is echter wel hetzelfde, namelijk significant gewichtsverlies.

Bij volwassenen leidt de stoornis niet echt tot gewichtsverlies en gezondheidsproblemen. Het legt wel een zware druk op hun sociale leven. Ze hebben ook helemaal geen zin om te eten of te drinken.
Ze vermijden etentjes, feestjes, omdat ze angst hebben om bepaald voedsel te moeten eten.

Omdat er nog niet veel research is gedaan naar behandelingsmethoden voor ARFID, moet eerst gekeken worden of de oorzaken van organische aard zijn en of daaraan iets gedaan kan worden. Onderliggende oorzaken als angst moeten worden aangepakt, eventueel met gedragstherapie.

Oorzaken ARFID

hersenenDe oorzaken kunnen van verschillende aard zijn:

Organische factoren kunnen aan de basis liggen o.a. voedselintoleranties, glutenovergevoeligheid, gastro-oesofageale reflux (het terugvloeien van maagzuur in de slokdarm).

Soms ligt een traumatische ervaring aan de basis. Zo kan een kind bijvoorbeeld het gevoel gehad hebben te stikken, nadat het zich verslikt had of kan iemand gezien hebben bij wie dat gebeurde. Zo’n traumatische ervaring kan leiden tot een fobie voor eten.

Ook pervasieve ontwikkelingsstoornissen kunnen aanleiding geven tot ARFID. Bij autisme bijvoorbeeld komt selectief eten zelfs frequent voor.

Emotionele en relationele problemen. Spanningen binnen het gezin, zeer sterke schuchterheid en leerstoornissen zoals dyslexie kunnen oorzaken zijn van AFRID. Kinderen en jongeren met emotionele en/of relationele problemen geven via het obsessief selecteren van voedsel, uiting aan hun ongemak en slecht voelen.

Selectief eten komt bij kinderen veelvuldig voor. Daarom is het belangrijk goed te onderscheiden wanneer er zodanig moeite met eten is dat er van een stoornis gesproken kan worden. Zelfs matig-ernstig selectief eten is al geassocieerd met verschillende vormen van psychopathologie, zoals angst, depressie en ADHD.

Differentiaal-diagnostisch moet er in elk geval gedacht worden aan angststoornissen (bijvoorbeeld sociale angststoornis), autismespectrumstoornissen, reactieve-hechtingsstoornis, specifieke fobie (zoals slikfobie, emetofobie), anorexia nervosa, depressieve stoornis, obsessieve-compulsieve stoornis, schizofreniespectrumstoornissen en nagebootste stoornis.

Behandeling

Er is (nog) geen protocollaire behandelvorm voor de behandeling van kinderen en jongeren en volwassenen met ARFID. Behandeling (na eventuele medische interventies) vindt plaats volgens gedragstherapeutische principes. Geleidelijk toenemende exposure aan het vermeden voedsel vormt een belangrijke pijler.

De behandeling lijkt erg op de behandeling van angststoornissen. Daarnaast kunnen cognitieve technieken, mediatiebehandeling en ontspanningsoefeningen onderdeel zijn van de behandeling.

Als er sprake is van ernstig ondergewicht met complicaties, zal de behandeling in eerste instantie gericht zijn op het herstel van de vitale functies. Orale supplementen kunnen nodig zijn om de gezondheid en groei te waarborgen, voordat het voedingspatroon wordt uitgebreid.

Boek voor kinderen met ARFID

Rita Maris, die zelf 2 zonen met ARFID heeft, schreef een prentenboek voor kinderen met ARFID en hun omgeving, getiteld “Thijs lust geen ijs”. Aanleiding voor haar om zelf 28 professionals te interviewen: van kinderartsen tot diëtisten en van psychologen tot maatschappelijke werkers. Daarnaast sprak Maris ook met 28 ervaringsdeskundigen (ouders van kinderen met ARFID en volwassenen met ARFID).

Het is een lees- en praatboek, dat vooral geschikt lijkt voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Bij elk hoofdstuk staan gespreksvragen om ouders en hulpverleners te helpen in gesprek te gaan met kinderen met ARFID.

Over leven met ARFID. Gesprekken met ervaringsdeskundigen en professionals over selectieve voedselweigering. Rita Maris, Uitgeverij Aldo, ISBN 9789492600301, 224 pagina’s, € 29,99

Proefschrift Hilde Krom
Pediatric feeding problems and disorders
Psychosocial associations, tube feeding and tube weaning. 20 January 2023

Bronnen

[1] Over leven met ARFID. Gesprekken met ervaringsdeskundigen en professionals over selectieve voedselweigering. Rita Maris, Uitgeverij Aldo, ISBN 9789492600301, 224 pagina’s, € 29,99
[2] American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (DSM-5®). American Psychiatric Pub.Bryant-Waugh, R. (2013). Feeding and eating disorders in children. Current Opinion in Psychiatry, 26, 537–542.
[3] Bryant-Waugh, R. (2013). Avoidant restrictive food intake disorder: An illustrative case example. International Journal of Eating Disorders, 46, 420-423
[4] Dumont, E., Jansen, A., Kroes, D., de Haan, E., & Mulkens, S. (2019). A new cognitive behavior therapy for adolescents with avoidant/restrictive food intake disorder in a day treatment setting: A clinical case series. International Journal of Eating Disorders, 52, 447-458.
[5] Equit, M., Pälmke, M., Becker, N., Moritz, A.-M., Becker, S., von Gontard, A. (2013) Eating problems in young children – A population-based study. Acta Paediatrica, 102, 149-155.
[6] Fisher, M. M., Rosen, D.S., Ornstein, R.M., Mammel, K.A., Katzman, D.K., Rome, E.S., Callahan, S.T., Malizio, J., Kearney, S., & Walsh, B.T. (2014). Characteristics of Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder in Children and Adolescents: A “New Disorder” in DSM-5. Journal of Adolescent Health, 55, 49-52.
[7] Hoek, H.W., & Elburg van A.A. (2014). Voedings- en eetstoornissen in de DSM-5. Tijdschrift voor Psychiatrie, 3,187-191.
[8] Kerwin, M. E. (1999). Empirically supported treatments in pediatric psychology: severe feeding problems. Journal of Pediatric Psychology, 24, 193-214.
[9] Mayes, L. C., & Volkmar, F. R. (1993). Nosology of eating and growth disorders in early childhood. Child and Adolescent Psychiatric Clinics of North America, 2, 15-35.
[10] Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Richtlijn: voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017). Bron: https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn.
[11] Norris, M.L., Robinson, A., Obeid, N., Harrison, M., Spettigue, W., Henderson, K. (2014). Exploring avoidant/ restrictive food intake disorder in eating disordered patients: a descriptive study. International Journal of Eating Disorders, 47, 495-499.
[12] Råstam, M., Täljemark, J., Tajnia, A., Lundström, S., Gustafsson, P., Lichtenstein, P., Gillberg, C., Anckarsäter, H., & Kerekes, N. (2013). Eating problems and overlap with ADHD and autism spectrum disorders in a nationwide twin study of 9- and 12- year-old children. Scientific World Journal, 15, 315-429.
[13] Reau, N. R., Senturia, Y. D., Lebailly, S. A., & Christoffel, K. K. (1996). Infant and toddler feeding patterns and problems: normative data and a new direction. Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics, 17, 149-153.
[14] Seys, D. M., Duker, P. C., & Rensen, J. (2010). Effect van het SLIK-programma op voedselacceptatie bij kinderen met voedselweigering. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, 78, 184-189.
[15] Zickgraf, H. F., Franklin, M. E., & Rozin, P. (2016). Adult picky eaters with symptoms of avoidant/restrictive food intake disorder: comparable distress and comorbidity but different eating behaviors compared to those with disordered eating symptoms. Journal of Eating Disorders, 4, 26.

Natuurdiëtisten.nl