Bij het reguleren van de schildklierhormoonhuishouding zijn er verschillende hormonen betrokken,…
Epstein-Barr-Virus(EBV) en syndroom van Sjögren
Blootstelling aan het Epstein-Barrvirus (EBV), dat de ziekte van Pfeiffer kan veroorzaken, is in verband gebracht met het ontstaan van verschillende reumatische aandoeningen. Wetenschappers hebben nu op basis van serologisch onderzoek aangetoond dat er een associatie bestaat tussen de aanwezigheid van EBV-antistoffen en het syndroom van Sjögren.
Ziekte van Pfeiffer
De verwekker van de ziekte van Pfeiffer is het Epstein-Barr-virus (EBV). Dit behoort tot de herpesviridae (humaan herpesvirus 4; HHV-4). Het wordt ook wel kissing disease genoemd. De bekendste symptomen zijn koorts, malaise, keelpijn, opgezette klieren, leverfunctiestoornissen en zware vermoeidheid.
Er zijn echter ook veel gevallen van de ziekte van Pfeiffer waarbij deze symptomen niet op de voorgrond staan. Bij oedeem rond de ogen, geelzucht, moeheid, pijn in de gewrichten en huiduitslag dient men ook bedacht te zijn op een infectie met het Epstein-Barr virus. Binnen 6 weken tot 6 maanden verdwijnen de symptomen doorgaans vanzelf. De vermoeidheid blijft vaak langer bestaan.
Daarnaast komen vaak voor: splenomegalie (50% van de gevallen), hepatomegalie (12% van de gevallen) en tekenen van levercelparenchymschade (verhoogd ASAT, ALAT, LDH en AF bij het merendeel van de patiënten). Ook kunnen er tekenen van cholestase zijn (verhoogd gamma GT en bilirubine) met hierbij de kliniek van geelzucht (icterus).
Syndroom van Sjögren
Het syndroom van Sjögren is een systemische auto-immuunziekte die gepaard gaat met ontstekingen van de traan- en speekselklieren, vermoeidheid en gewrichtsklachten. De ziekte ontstaat in het afweersysteem. Dit afweersysteem heeft als belangrijke taak het opruimen van bacteriën en virussen. Bij het syndroom van Sjögren gaat er iets mis in het afweersysteem. Het afweersysteem richt zich nu deels tegen het eigen lichaam met als gevolg dat er ontstekingsreacties ontstaan.
Sjögren komt ongeveer tien keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het syndroom van Sjögren kan op zichzelf voorkomen, men noemt dit de primaire vorm. Daarnaast kan het syndroom ook voorkomen, naast een andere reumatologische aandoening zoals bijvoorbeeld reumatoïde artritis, men noemt dit de secundaire vorm.
Als een direct gevolg van de ontstekingsreactie klagen vrijwel alle patiënten over een droog gevoel in de ogen en mond. De traan- en speekselklieren worden namelijk bij vrijwel alle patiënten met het syndroom van Sjögren aangetast met een verminderde afscheiding van tranen en speeksel als gevolg. Daarnaast kampen veel patiënten met vermoeidheid en spier-/pees- en gewrichtsklachten. Ook andere lichaamsdelen kunnen worden aangedaan, zoals de longen, lever, nieren, huid, zenuwstelsel en vagina.
Case-control studie
In een case-control studie[1] werd het serum van 119 patiënten met het syndroom van Sjögren vergeleken met dat van 65 gezonde volwassenen. Daarnaast voerde men een systematische review en meta-analyse uit met beschikbare epidemiologische studies. Serumanalyse van de patiënten met het syndroom van Sjögren toonde aan dat bij 31,9 procent antistoffen aanwezig waren tegen het Epstein-Barr-Virus (EBV). Bij de gezonde controlegroep was dit 3,1 procent. Ook uit de systematische review en meta-analyse op basis van veertien studies bleek dat mensen met het syndroom van Sjögren significant vaker antistoffen tegen het EBV bij zich droegen.
Volgens de onderzoekers kan een EBV-infecties het syndroom van Sjögren induceren bij gevoelige mensen op basis van een aantal mechanismen. Het EBV bevat antigenen die op lichamelijke eiwitten lijken. Het immuunsysteem kan daardoor in verwarring worden gebracht. Tevens kan het EBV abnormale activatie van B- en T-cellen stimuleren, waardoor een over-reactiviteit kan ontstaan.
Antivirale middelen bij Epstein-Barr-Virus (EBV)
Veelzijdige fytonutriënt Berberine
De primaire toepassing van berberinerijke kruiden is het bestrijden van (gastro-intestinale) infecties en diarree. Andere (traditionele) toepassingen zijn bijvoorbeeld dyspepsie, lever- en galblaasproblemen, koorts, wonden, diabetes mellitus, astma.[4]
Preklinische (in-vitro, in-vivo) studies hebben aangetoond dat berberine een breedspectrum antivirale activiteit heeft en effectief is tegen het binnendringen in de gastheercel en daarop volgende replicatie van veel virussen (waaronder de herpesviridae).
Berberine kan ter preventie van een virusinfectie of bij een bestaande virusinfectie worden gebruikt. Belangrijke antivirale werkingsmechanismen van berberine zijn het remmen van virusgeïnduceerde activering van MAPK (mitogen-activated protein kinase, een enzym (eiwitkinase) dat door overdracht van een fosfaatgroep signalen doorgeeft in de cel) signaalroutes en autofagie (opruimsysteem in de cel), celprocessen die een virus gebruikt voor replicatie in de gastheercel.
Nadeel van de berberine is dat diverse mensen met specifieke CYP-enzymafwijkingen heftig reageren op dit kruid.
Quercetine een veelzijdig bioflavonoïd

Er is veel preklinisch onderzoek gedaan naar de antimicrobiële (met name antivirale) activiteit van quercetine en achterliggende werkingsmechanismen.
Quercetine is te vinden in uiteenlopende (plantaardige) voedingsmiddelen zoals appels, bessen, bramen, uien, knoflook, bieslook, venkel, koolsoorten, sperziebonen, noten, citrusvruchten en tomaten. In voeding is quercetine aanwezig in glycosidevorm (gebonden aan een suiker), bijvoorbeeld in de vorm van rutine (quercetine-3-rutinoside) of isoquercitrine (quercetine-3-glucoside). Door bewaren bij hogere temperatuur, koken en/of schillen gaat quercetine deels verloren. Quercitine is ook als supplement verkrijgbaar.[5]
Curcuma (Ayurvedisch, Chinees) middel bij gezondheidsproblemen

Curcumine kan de ontwikkeling van een cytokinestorm bij ernstige virale infecties remmen. Dat komt mede door het blokkeren van de afgifte van cruciale pro-inflammatoire cytokines (IL- 6, IL-1bèta, TNF-alfa, IFN-gamma, MCP1) door ontstekingscellen zoals monocyten en macrofagen.
Curcuma (koenjit, koenier, Indiase geelwortel, Indiase saffraan) is een aromatische specerij uit de wortel van Curcuma longa, een plant uit de gemberfamilie (Zingiberaceae). Kurkuma geeft kerriepoeder zijn typische diepgele kleur en is licht bitter van smaak. Nadeel van dit specerij is dat diverse mensen met specifieke CYP-enzymafwijkingen reageren op dit kruid.
Contra-indicaties zijn:
- Galwegobstructie en galstenen
- Zwangerschap en het geven van borstvoeding (vanwege het ontbreken van veiligheidsgegevens)
- Interacties met medicatie en medicijnen.
EGCG (epigallocatechinegallaat) uit groene thee heeft ook een antivirale activiteit tegen uiteenlopende virussen (remming virusaanhechting, celinfectie) en is net als quercetine een zinkionofoor (verhoging intracellulaire zinkconcentratie). Het mineraal zink remt intracellulaire virusreplicatie.
Bronnen
[1] Xuan, J., Ji, Z., Wang, B., Zeng, X., Chen, R., He, Y., … & Shi, G. (2020). Serological evidence for the association between Epstein-Barr virus infection and Sjögren’s syndrome. Frontiers in Immunology, 11, 2826. https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fimmu.2020.590444/full
[2] https://www.natuurdietisten.nl/epstein-barr-virus-ebv-geeft-risico-op-auto-immuunziekten/
[3] https://www.natuurdietisten.nl/afwijkende-cyp-enzymen-geven-bijwerking-supplementen/
[4] https://www.orthokennis.nl/artikelen/berberine
[5] https://www.orthokennis.nl/artikelen/quercetine-een-veelzijdig-biomolecuul
